Ah, de spanning van de jacht. Jij tegen de woeste heftigheid van de natuur. Na je uiterst meticuleuze voorbereiding een monster tot in de diepste krochten van het bos achterna zitten. Met de komst van Monster Hunter World werd dit type game plotsklaps mainstream. Terecht ook, Monster Hunter World en diens uitbreiding Iceborne zijn ondertussen alom gelauwerd en niet anders dan een succesverhaal te noemen. Meer nog, dankzij deze game is de Monster Hunter-franchise één van de grote IP-pijlers die Capcom stevig hogere toppen doet bereiken. En met zo’n succes, dan volgen onvermijdelijk ook de anderen. Net zoals Dark Souls en Bloodborne het soulsborne-genre lanceerden met een wildgroei aan vergelijkbare insteken “with a twist”, zo lijkt het nu ook de beurt aan de “Huntathon”-games. Na het f2p Dauntless via Epic Games, waagt nu ook EA zich aan het genre, met het ambitieuze Wild Hearts. Maar kan Wild Hearts de belofte waarmaken?
- Ontwikkelaar: Koei Tecmo, Omega Force, Koei Tecmo Games
- Uitgever: Electronic Arts
- Platformen: PlayStation 5, Xbox Series X en Xbox Series S, Microsoft Windows
- Release: 17 februari 2023
- Aantal spelers: tot 3 spelers online
Same, but different, but also same
Het korte antwoord op die vraag? Ja, maar ook neen. Wild Hearts is zowel een ode aan het Monster Hunter-genre te noemen als een rechtstreekse concurrent die zwaar de mosterd bij het origineel gaan halen is. Want ja, het dorp dat fungeert als je jagershub ziet er verdacht veel uit als Astera. En ja, de verhaallijn draait vrijwel onmiddellijk rond een monster dat eruitziet als een berg, die migreert van ecosysteem naar ecosysteem. En uiteraard heb je een klein schattig helpertje dat je assisteert tijdens je hunts. Het zijn allemaal zaken die enorm bekend aanvoelen. Misschien iets té bekend. Een spel dat je continu hard herinnert aan het andere best-in-class spel in hetzelfde genre, heeft dat nog bestaansrecht? Het is een delicate balans tussen ode brengen aan het origineel en schaamteloos overnemen die nét iets te hard in de verkeerde richting omslaat.
Een spel dat je continu herinnert aan het andere best-in-class spel in hetzelfde genre, heeft dat nog bestaansrecht?
Maar vergis jullie niet, Wild Hearts schittert in de vernieuwing en tegelijk simplificatie die het introduceert. Met de introductie van karakuri, een soort houten building blocks, slaagt het erin de meeste jachten snel, fast-paced en spannend te houden. Net als Monster Hunter Rise met wirebugs aan de slag gaat, doet Wild Hearts het op zijn Fortnite. En laat dat net het redmiddel zijn van Wild Hearts. Het voelt allemaal wel erg vertrouwd aan, maar het kerngevoel, die thrill of the hunt, is meer dan merkbaar.
In de kern is Wild Hearts overduidelijk gemaakt door fans van het Monster Hunter-genre, die tot op detailniveau weten hoe een succesvolle jacht in elkaar zit. En die liefde is meer dan voelbaar. Zelfs al laat het spel aan de technische kant zich soms van zijn monsterlijke kant zien.
Overworld om van te smullen
De wereld van Wild Hearts is prachtig, kleurrijk en simpel. Per seizoen heb je bepaalde biomes met elk hun prachtige eigenheid. De game slaagt er vrijwel heel snel in om je te doen genieten van uitzichten van verre bergen, de horizon voorbij de oceaan of de teloorgang van een oude(re) beschaving. Elke biome waarin je je bevindt is uniek, met zijn eigen flora en fauna. De wereld leeft. Meer nog, het is je speelveld. Want door middel van je karakuri, je weet wel, die bouwblokken, kan je elke biome naar je hand zetten om zo snel en efficiënt mogelijk alle hoeken en plaatsen van de map volledig naar jouw speelstijl te optimaliseren. Het geeft je enorm veel vrijheid en flexibiliteit, je kan zelfs je wapens in queestes on the fly beginnen smeden, equippen en upgraden. Of heb je liever een zipline die je makkelijk naar de top van de berg brengt? Geen probleem. Een windhoos om je daar op te vangen? Of een radartoren om monsters hun locatie alvast te pinpointen? In het begin een intimiderende veelheid aan info, die je je geleidelijk meester maakt naarmate je meer hunts begint te ondernemen.
Op het vlak van monsterdesign is Wild Hearts erin geslaagd een mooie creatieve lijn te vinden die genoeg verschilt van Monster Hunter, maar toch op zichzelf leidt tot enorm imposante of krachtige monsters. Het thema doorheen Wild Hearts focust zich namelijk op kemono, gigantische wezens die vanuit hun eenheid met de natuur een risico vormen voor jou als jager. Van overgroeid zwijn tot grotesk stekelvarken met onverbiddelijk pijnlijke gouden stekels, een pluim voor de creatie van elk monster. De muziek die gepaard gaat met elk monster is ook een meesterklas in het gemoed van de jacht en het monster in te schatten, dreiging te verhogen maar ook weg te nemen. Het werkt absoluut versterkend wanneer je vanuit de lucht je odachi los in het oog van het monster neerplant.
Maar het meest geniale, innoverende aan Wild Hearts is niet de overworld, niet de monsters maar vooral het feit dat je elk (klein) monster in de overworld kan aaien. Wanneer je een monster stiekem benadert, krijg je de keuze tussen “Pet” of “Slay” (ONMENS!) en wordt je beloond met verschillende materials afhankelijk van je keuze. Een leuke gimmick die je toch wat gemoedsrust geeft tegenover andere games waar je als moordmachine door een heel ecosysteem suist. Het is met trots dat we kunnen vermelden dat we elk klein monster in de game hebben kunnen aaien. Meer van dit, in elke game graag.
Het is met trots dat we kunnen vermelden dat we elk klein monster in de game hebben kunnen aaien.
Karakurieuzeneuze
Net als Monster Hunter Rise met wirebugs aan de slag gaat, doet Wild Hearts het meer op zijn Fortnite.
Dan komen we bij de karakuri. Karakuri zijn de houten bouwstenen die je zowel in de overworld als tijdens gevechten helpen. Vergelijk het met Fortnite-bouwstenen. Je kan immers tijdens de charge van het zwijnmonster een blokkade bouwen door een combinatie van de juiste blokken, of de eekhoorn die graag in bomen klimt door een andere combinatie uit de boom kloppen met een spring-loaded hamer. Zo zijn er voor heel veel situaties tijdens de jacht verschillende uitwerkingen en combinaties die je helpen. Van vuurpijlen over landmijnen tot kettingen, de monsters liggen aan je voeten binnen de kortste keren. Het is het unieke selling point van Wild Hearts en het is zo verweven (maar ook logisch toegepast) tijdens de gevechten dat het enkel het algemene gevoel versterkt. Je voelt je enorm krachtig als je op deze manier een monster aan banden legt.
Daarnaast kunnen we zoals eerder vermeld ook de wereld (beperkt weliswaar, maar dit kan je upgraden) naar je hunt zetten door slimme plaatsing van bepaalde modules, die overigens blijven staan, ook in multiplayer games(!). Van katapult, helikopter tot zipline, je kan een echt netwerk van mobiliteit maken doorheen elke biome. Geen beter gevoel dan een ontsnappend monster de pas afsnijden door de zipline die je op voorhand had voorzien. Het maakt gevechten snel, dynamisch en toegankelijk. Het is dé toegevoegde waarde van Wild Hearts en het slaagt er ontzettend in. De schaduwzijde van die medaille is dat de monsters zo gebouwd zijn dat de game je verplicht om bepaalde karakuri uit te buiten. Indien je dit niet doet, loop je meermaals tegen bepaalde difficulty spikes aan.
Technisch onvolmaakt
Wild Hearts heeft potentieel, dat staat als een paal boven water. Helaas wordt de game, net als de monsters en je karakuri, door zichzelf iets te veel aan banden gelegd. Met lange laadtijden en performantie die helaas enkel speelbaar is op 30fps, is het moeilijk om niet gefrustreerd te geraken over het spel dat Wild Hearts had kunnen zijn. Dat de toegankelijke, simpele combat die zowaar episch uit de hoek kan komen, zomaar uit het niets teniet wordt gedaan door een glitchende camera-invalshoek, is erg zuur. Je merkt ook heel hard op vlak van attack data en hitboxes dat er nog behoorlijk wat finetuning ontbreekt. Niemand wil het gevoel hebben met een kubus te vechten, tenzij je Dungeons and Dragons speelt.
Daarnaast heeft de game harder te lijden onder difficulty spikes, waarbij elke hit van een monster je doet ragdollen in het landschap met meer dan de helft van je levens kwijt, zelfs met “on quest” upgraded armor. De variatie in monsters is ook net iets te snel voorbij, waarbij we het na 10 monsters al moesten opnemen tegen elemental variants en high rank monsters. Zonde, voor een spel met zo’n ambities.
Het laat je achter met een gevoel van teleurstelling, zeker als je een nauw gevecht op die manier verliest. Het team achter Wild Hearts zelf is zich gelukkig bewust van deze issues en op het moment van schrijven hopen we vurig dat de nodige updates zullen voorzien worden om het spel op het niveau te krijgen dat het verdient te zijn.
Lees hieronder onze reviews over de games van het moment:
- Like A Dragon: Ishin – liefdesbrief uit de 19e eeuw
- Octopath Traveler 2 – voorzichtige opvolger
- Hogwarts Legacy – magie of desillusie
Een Olé die stiekem een Léo wenst te zijn
Wild HeartsRaak
- Gevechten zijn spannend en erg toegankelijk
- Karakuri een absolute meerwaarde in spelplezier
- Art en sound design on point
Braak
- Gekweld door performantie-issues en technische onvolmaaktheden
- Teveel bruikleen van Monster Hunter-franchise
- Monstervariatie schiet iets te kort
- Enorme difficulty spikes en grind