Zoals eerder gezegd was er op Film Fest Gent geen gebrek aan Belgische films. Twee van de zes die we zagen, Julie Zwijgt en Waarom Wettelen?, zijn intussen losgelaten op het grote publiek. Dat is nu ook zo voor Milano, de nieuwste film van Christina Vandekerckhove, wat meteen ook haar fictiedebuut is.
Docu-invloed
Vandekerckhove is vooral bekend van de bekroonde documentaire Rabot, waarin ze een portret maakte van de bewoners van drie sociale woontorens in de gelijknamige wijk in Gent. Daar leerde ze gezinnen van allerlei achtergronden kennen, waarbij er vaak ook moeilijke thuissituaties waren. Vooral als er kinderen bij betrokken waren, kon ze dat moeilijk loslaten en zag ze hen vaak in een vicieuze cirkel terechtkomen. En dus wilde ze een verhaal schrijven waarin een gezin die cirkel doorbreekt.
Centraal staan Alain (Matteo Simoni) en zijn zoon Milano (Basil Wheatley), die het niet al te breed hebben. Ze wonen in een redelijk verwaarloosd huis en Milano moet het vaak alleen zien te redden als Alain gaat werken. Daarom gaat hij ook naar “Madame Zwembad”, (Alexia Depicker) een vrouw die vroeger voor hem zorgde. Alain probeert z’n best te doen om meer betrokken te zijn bij Milano, maar die kan dat niet altijd appreciëren. Wanneer Alain zegt dat hij de moeder van Milano gezien heeft (Taeke Nicolaï, The Chapel), wil hij haar natuurlijk leren kennen. Maar ook dat verloopt niet van een leien dakje.
Waardevolle representatie
Ondanks het feit dat Vankerckhove dus wel geïnspireerd werd door haar documentaire-ervaring, heeft ze zich al aan fictie gewaagd. In 2020 kwam ze met de kortfilms Mia en Stella. Die laatste maakte deel uit van het project Lockdown van de VRT, en wij konden Stella toen wel smaken, vooral door de originaliteit en het spelen met realiteit. Die aspecten zijn in Milano misschien niet meteen duidelijk, want op zich is het dus een redelijk realistisch verhaal, maar er zijn toch twee zaken die het specialer maken.
Als eerste is het de eerste Vlaamse film met een doof personage en dove acteur in de hoofdrol. Dat was eerst niet zo, volgens Vandekerckhove, tot ze een documentaire zag over ouders en dove kinderen, waarin het gebrek aan representatie naar boven kwam. Ze volgde zelf ook 2 jaar Vlaamse gebarentaal (VGT) om met Basil Wheatley te kunnen communiceren. Wheatley zelf brak trouwens ook ooit een lans voor dovenrechten, of toch zijn ouders, die 11 jaar geleden ervoor zorgden dat Basil als eerste kleuter een doventolk in de klas kreeg. VGT is dan ook vaak te zien in de film, en ook Matteo Simoni leerde de taal een beetje zoals hij ook voor een andere taal of dialect zou doen. Het is een belangrijk deel van de film want de communicatie tussen Milano en Alain verloopt zo figuurlijk maar soms ook letterlijk stroef.
Ook het sound design brengt ons meer in de leefwereld van Milano. Op verschillende momenten schakelt het geluid over van zoals mensen zonder gehoorproblemen het horen naar hoe mensen met een cochleair implantaat het horen (wazig en vervormd) tot volledige stilte als hij z’n apparaat uitschakelt. Het toont ook de isolatie van Milano, niet alleen thuis maar ook op school, en waar hij dus soms zelf voor kiest.
Sterke cast
Een tweede speciale kant is eerst eerder subtiel maar valt gaandeweg meer en meer op. Ik weet dat de film zich afspeelt in België maar het stormde toch opvallend vaak in Milano, vooral als er iets misgaat. Een heel klein beetje spelen met de realiteit dus. De sfeer is over het algemeen wel redelijk zwaarmoedig, en ik kan me niet van het gevoel ontdoen dat we de andere thema’s in dit verhaal al eerder en misschien beter uitgevoerd hebben gezien. Ook de toevoeging van het personage van Madame Zwembad, aka Renee, voelt wat overbodig. Toch voel je wel mee met de personages, dankzij de uitstekende cast.
Basil Wheatley maakt meteen indruk in zijn eerste rol, vooral omdat hij met z’n gezicht veel moet overbrengen. Net als Millicent Simmonds in de VS, bekend van A Quiet Place, hoop ik hem in nog films te zien, in allerlei rollen. Op Matteo Simoni kan je altijd rekenen, maar dit vind ik toch een van z’n beste rollen tot nu toe. In het begin lijkt Alain de redelijk cliché deadbeat dad, maar door zijn acties en vooral intenties verandert dat wel. Hij is vaak een brok frustratie, die Simoni vooral op de vlakte houdt in plaats van met grote uitbarstingen. Een ander moment waarop Milano hem terloops lief noemt, zorgt bij Alain voor een ontroering die Simoni heel pakkend brengt. Je voelt aan alles de onmacht die hij voelt en de wil om het beter te doen. Een kleinere rol is er weggelegd voor Taeke Nicolaï als de moeder van Milano, die toch vooral aantoont waarom ze niet in z’n leven was.
Verder hangt er eerder een grauwe look over de film. Cinematograaf Frederic van Zandycke (Het Smelt, Ferry) gebruikt vooral natuurlijk licht, waarbij vaak schaduwen en contrast opvallen, bijvoorbeeld door tegenlicht van ramen. We hadden het al over het sound design, waardoor er vaak geen muziek is. Wanneer die er wel is, koos componist Stijn Ylode de Gezelle (Rabot) onder andere voor strijkers en piano. Misschien het meest controversiële aan Milano was voor mij toch het einde, dat me niet echt kon bekoren en waarvan ik niet goed snapte welk punt het nu wilde maken. Toch levert Christina Vandekerckhove een meer dan degelijk fictiedebuut af, dat meteen al voor verandering in de Vlaamse filmindustrie heeft gezorgd. Dat kunnen niet veel mensen zeggen.
Milano is nu te zien in de bioscoop.
Er werd natuurlijk nog meer getoond op Film Fest Gent!
- Julie Zwijgt review: delicate stilte
- Anora review: het minder romantische Pretty Woman
- Waarom Wettelen? review: postmortem absurditeit
- The Apprentice review: eerder waarschuwing dan afstraffing
- The Substance review: de vieze kant van ‘schoonheid’
Grensverleggend debuut
MilanoRaak
- Boeiende representatie voor doven
- Aangepast sound design
- Straffe rollen voor Basil Wheatley en Matteo Simoni
Braak
- Overkoepelend verhaal minder origineel