Voormalig acteur Brady Corbet waagt zich aan een Amerikaans migrantenepos dat zich afspeelt na de Tweede Wereldoorlog en 3,5 uur duurt. The Brutalist getuigt van visie en toont heel goed dat de American Dream vaak niet meer wordt dan dat, maar echt meeleven deed ik niet.
Weggeraakt
Het is 1947. Architect Lázsló Tóth (Adrien Brody) heeft het gehaald. Zodra het Vrijheidsbeeld in New York opdoemt, gelooft hij dat het alleen maar beter kan worden. Hij is weggeraakt uit Europa, maar nog steeds gescheiden van zijn vrouw Erzsébet (Felicity Jones), die met hun nichtje Zsofia (Raffee Cassidy) nog wordt opgehouden aan de Oostenrijkse grens. Hij krijgt onderdak en werk in de meubelzaak van zijn neef Atilla (Alessandro Nivola), die al enkele jaren een leven heeft opgebouwd.

Maar na een opdracht voor rijke Amerikaanse zakenman Harrison Van Buren (Guy Pearce) verandert de familierelatie. Tóth krijgt daarna zijn grootste kans tot dan toe: een gigantisch buurtcentrum ontwerpen ter nagedachtenis van Van Burens vrouw. Zo komt hij steeds meer in de leefwereld — en onder de plak van — van de machtigen terecht. Ook privé verandert er veel wanneer Tóth eindelijk herenigd wordt met zijn gezin.
Droom
Opgenomen op authentieke filmrol en met doorleefde cinematografie van Lol Crawley, ziet het er bijzonder uit.
Brady Corbet heeft een Amerikaans epos gemaakt dat tientallen jaren in beslag neemt. Zulke films worden niet veel meer gemaakt, en vanaf het begin voel je dat dit geen standaard drama is. Opgenomen op authentieke filmrol en met doorleefde cinematografie van Lol Crawley, ziet het er bijzonder uit. Dat eerste shot van het Vrijheidsbeeld staat op zijn kop, en het vat de film goed samen. Ook al worden de nieuwkomers aan het begin van de film best goed geholpen (wat kunnen we er in een halve eeuw op achteruit gaan…), de mening van de “echte” Amerikaan drijft altijd naar boven. De faam die Tóth genoot in Hongarije is hij hier kwijt, en vanuit zijn machtspositie laat Van Buren zich steeds meer gelden. De Droom verandert in een nachtmerrie.
En toch. Ondanks die onthutsende symboliek voelde ik bijzonder weinig bij The Brutalist. Dé grootste oorzaak? Er is niets dat mij zo snel doet afknappen op een film dan onnatuurlijke dialogen. Er zit een hoogdravendheid in het scenario van Corbet en Mona Fastvold die niet bij de materie past. De Tóths zijn dan misschien intellectuelen, net als Van Buren, maar zelfs de eerste nacht van het koppel na hun hereniging wordt een vreemd psychologisch betoog. Doorheen de film zitten ook een paar scènes die me door hun willekeurigheid uit de film haalden, net als een onnodige verkrachtingsscène.

Corbet maakt er een punt van om veel dialogen in het Hongaars te brengen. Bewonderenswaardig, gezien de neiging van Amerikaanse filmmakers om hun personages gewoon met een accent te laten spreken (als we negeren dat de makers AI gebruikten om dat Hongaars bij te spijkeren). Toch maakt hij er ook hier enkele vreemde keuzes mee. Tóth kan in het begin een minimum aan Engels, maar heeft verbazend snel een gevorderde woordenschat. Dat accent blijft wél onveranderd, ook na tientallen jaren in de VS. Hetzelfde geldt voor Erzsébet, die in Engeland een diploma Engels behaalde en bij wie dat blijvende accent dus nog vreemder overkomt. Het scenario werd duidelijk geschreven door mensen met het Engels als moedertaal. Voor een migrantendrama mocht dat allemaal iets minder bij de haren getrokken zijn.
Vastklampen
Ondanks die onthutsende symboliek voelde ik bijzonder weinig bij The Brutalist.
Ik had het misschien kunnen vergeven als ik iemand had om me aan vast te klampen in deze 3,5 uur durende rit vol desillusie (met een onnodig ingebouwde pauze van een kwartier). Oorlog verandert een mens, maar Tóth blijft van in het begin een gesloten kluis. Wie was hij in zijn thuisland? Goedlachs, ambitieus, kritisch? Wat wil hij zeggen met zijn werk? We zien enkel wie hij nu is, een man die eerst onderdanig en dankbaar is en daarna zichzelf verliest in zijn werk en verdovende middelen.
Pas helemaal op het einde begint de film zijn personage en het verleden van het gezin te ontleden, maar dan was het kalf voor mij al verdronken, ondanks de goede vertolking van Adrien Brody. Felicity Jones doet de film iets meer opleven zodra Erzsébet op het toneel verschijnt, maar ik vond dit ook niet haar beste vertolking. Guy Pearce is tegelijk grappig en meedogenloos, maar ook zijn personage gaat uiteindelijk wat vervelen.
De kans is groot dat The Brutalist heel wat Oscars binnenhaalt begin maart, en zeker in de technische categorieën is dat niet onlogisch. Verder vond ik dit, net als de Amerikaanse Droom, eerder een goedbedoelde teleurstelling.
The Brutalist is vanaf 4/2 te zien in de bioscoop.
Meer van verwacht
Meer van verwachtRaak
- Regie is uitstekend en interessant
- Net als de beeldstijl
- Tempo is inconsistent
Braak
- Afstand tot de personages blijft
- Onnatuurlijke dialogen en vreemde scènes