Twaalf jaar na de originele Dead Island en tien jaar na Riptide komt uitgever Deep Silver op de proppen met het echte vervolg. De timing tussen beide titels valt op, en is vooral te wijten aan problemen in de ontwikkeling. Nadat originele ontwikkelaar Techland het schip verliet om zijn eigen versie – Dying Light – te maken, kregen meerdere studio’s het project in handen om het prompt weer kwijt te spelen. Uiteindelijk kwam het bij Dambuster Studios op de plank te liggen in 2019. De vier gespendeerde jaren zijn gelukkig niet vruchteloos. Want ondanks de weinige vernieuwingen, blijft Dead Island 2 een zorgeloos plezante zombieslachtpartij die zichzelf allesbehalve serieus neemt.
- Ontwikkelaar: Dambuster Games
- Uitgever: Deep Silver
- Release: 21 april 2023
- Platformen: pc (Epic Store), PlayStation 5, Xbox Series X|S
- Aantal spelers: 1 offline, tot 3 online (geen crossplay)
Reviewexemplaar op PS5 verkregen via uitgever
Welcome to Hell-A
Als vervolg op een gekende titel is het natuurlijk altijd uitkijken naar de verschillen. In Dead Island 2 is dat natuurlijk in de eerste plaats de locatie. Geen tropisch paradijs in het midden van de oceaan meer, we gaan naar Los Angeles. Of eerder Hell-A zoals het hier genoemd wordt. Want ook hier is de zombie-apocalyps losgebarsten. Dead Island 2 is een rechtstreeks vervolg op zijn voorganger en vindt plaats in hetzelfde wereldje, vandaar de problemen. Geen zorgen, verder dan een knipoog en hoofdpersonage uit de vorige spel komt het niet. Na een decennium hiatus sinds het vorige vergeetbare verhaal zou het overdreven zijn om te denken dat we het ons nog herinneren. Alleszins, hier gaat het vooral over jou, en over hoe je Hell-A ooit levend kan verlaten.
Wie jij bent, dat ga je allereerst moeten kiezen. 6 hoofdpersonages bieden zich aan, elk met hun eigen vaardigheden (waar we het later over hebben) en persoonlijkheid. Wij gingen voor Jacob, met zijn droge Britse humor en devil-may-care attitude, maar alle zes hebben ze geweldige, persoonlijke en ondersteunende voice acting. Onthoud hun gezicht goed, want doordat alle cutscenes in first person zijn, is het de laatste keer dat je het zal zien. Gekozen? Zet je dan schrap, want je vliegtuig gaat nu midden in de zombie-mosh crashen.
Hier begint eerst en vooral de zoektocht naar onderdak en veiligheid. Die vind je al gauw bij een van de medepassagiers, die toevallig ook een steenrijke Hollywood-ster is. Handig als je zomaar een uitvalsbasis in Bel Air hebt. Het duurt echter niet lang voor het echte plot naar boven komt. Want verrassing, jij bent immuun voor het zombievirus en moet dus een manier vinden om de CDC te bereiken en misschien een vaccin te maken. Een verschrikkelijk cliché plot, maar eentje dat zich wel gemakkelijk laat volgen. Bovendien kom je onderweg een hoop personages tegen die stuk voor stuk interessanter zijn dan het hoofdverhaal, dus dat helpt ook. En absoluut niemand neemt de hele situatie echt serieus, wat Dead Island 2 uiteindelijk nog een echt grappig B-movie allure geeft.
Er is gelukkig ook nog een twist, maar die gaan we niet spoilen, noch doet het de videogame op zijn grondvesten daveren. Weet gewoon dat het avontuur plezant is zonder hoge toppen te scheren. En het brengt je doorheen alle iconische plekken van LA zonder al te veel toeristen in je zicht, dus dat is ook een pluspunt.
Geen open wereld, wel immersief
Beginnen doe je dus in Bel Air, maar doorheen je 20 uur durende avontuur zal het je ook langs Beverly Hills, Venice Beach, Ocean Avenue of Santa Monica sturen. Dead Island 2 is echter geen open wereld. Elk van de 10 locaties zijn afzonderlijke, eerder kleine maps die verbonden zijn door een quarantainecheckpunt en bijhorend laadscherm. En het is er eerlijk gezegd niet minder goed om. Doordat makers zich op kleine stukken Hell-A kunnen focussen, zitten de maps boordevol detail. Zo goed als alle gebouwen zijn te betreden en zijn volledig versierd. Ook ondergrondse parkings, loodsen of rioleringen maken deel uit van de map. Iets wat op een gigantische open wereld van LA (denk de map van GTA V) absoluut niet haalbaar is. Dambuster Studio heeft hier duidelijk de juiste keuze gemaakt. Minder map, meer interactie. Iets waar sommige open wereld-games wat van kunnen leren…
Al die details zorgen namelijk voor een immersieve ervaring. Neem bijvoorbeeld het streamerhuis in Bel-Air. Je kan eerst en vooral al naar binnen en elke kamer verkennen, maar daarbovenop is elke kamer uniek vormgegeven om zo een verhaal te vertellen. En let je goed op, dan vind je ook nog eens de sleutels van de streamers hun kluis om zo wat extra loot op te strijken. Of omgekeerd, stap niet zomaar de wijnkelder van de PR-manager binnen. Als je de stukjes lore goed leest die je her en der in huis vindt, dan weet je dat de eigenaar paniekaanvallen krijgt van zijn dure wijnen, en dat deze kelder daarom nog een extra alarmsysteem heeft dat niet te omzeilen is. Kortom, geweldig oog voor detail die deze wereld geloofwaardig maakt en goesting geeft om rond te neuzen.
Het is dan wel een beetje vreemd dat niet alle zombies met jouw level scalen. Concreet zorgt dit ervoor dat stukken kaart gewoon no-go zones zijn tot je verder in het verhaal zit. Alles en iedereen one-shot je daar gewoon. Het staat haaks op waar de wereld je voor uitnodigt: ontdekking. Tot je fast travel vrijspeelt, wat pas vrij laat komt na zo’n 8u spelen, wil het spel niet echt dat je van het hoofdverhaal afwijkt. Spijtig voor de speler maar ook spijtig voor de spanning. Want het is meteen duidelijk dat, als je op zo’n high level-zombies stuit, je hier later zal terugkomen voor het hoofdverhaal. En kan je wel door al die sterke zombies geraken, spoil je jezelf een latere setpiece en zal je alsnog tegen een artificiële barrière lopen. Vreemde designkeuze.
Het komt gelukkig niet al te vaak voor en voor het overgrote merendeel van het spel mag je gaan en staan waar je wil. De omgevingen zorgen echt wel voor variatie, zowel overdag als ‘s nachts. Drukke dijken, kasten van villa’s, een winkelcentrum… Het verveelt nooit. En als het verhaal je dan dwingt om ‘s nachts op stap te gaan, wordt een map die je vanbuiten kent toch weer een stresserende ervaring. Top notch wereld dus!
Veel Dead, weinig Island
We zijn lovend over het hele snuistergedeelte, maar slachten blijft wel nog steeds de name of the game. In dat opzicht doet Dead Island 2 het wat minder goed. De line-up zombies, bazen inbegrepen, kan niet meer doorsnee zijn dan in Dead Island 2. De runner zombie, de spitter zombie, de ontploffende bloaters… Je hebt ze allemaal al duizend keer gezien in elk ander spel. Later komen daar varianten bij, maar buiten nieuwe immuniteiten en een grappige hoed verschillen die geen iota van hun lambda-tegenhangers. Het ergste is dan nog eens dat voor elke vijand je manier van mollen helemaal niet wijzigt.
Begrijp ons niet verkeerd, zombies per pakken van twaalf in stukken snijden is plezant en de feel van de wapens zit echt goed. Het komt gewoon te laat op gang. In het begin van het spel heb je nog wat schrik van elk gevecht omdat je arsenaal niet uitgebreid is, dus vecht je niet té veel. Pas op het einde is het enorm plezant omdat het dan haast een hack & slash-game wordt. Maar de overige 90% van de gevechten? Die zijn gewoon ‘oké’. Al snel vind je een optimale strategie en misbruik je die in elke situatie. Waarom? Omdat alle andere manieren je ofwel teveel leven kosten, je arsenaal teveel beschadigen of gewoon te duur zijn. Een goed voorbeeld hiervan zijn vuurwapens. Je zou ze kunnen gebruiken om eens af te wisselen maar waarom? Schieten kost zeldzame kogels, doet niet meer damage dan een melee wapen, is niet echt geschikt voor grote groepen en lokt met het lawaai wel degelijk hordes zombies naar jouw locatie. Wanneer gebruik je ze wel? Tegen het einde van het spel, wanneer je kogels kan craften en een groep van 30 zombies niets meer voorstelt.
En dat is echt dwaas, want het arsenaal wordt uitgebreid met allerlei leuke mechanics die vragen om uitgeprobeerd te worden. Zo speel je bij elke level up en afgewerkte story mission zogehete ‘skill cards’ vrij. Sommige geven je nieuwe moves, andere zorgen voor passieve bonussen maar in tandem zijn ze het kiemende begin van wat je een build zou kunnen noemen. Zo kan je bijvoorbeeld een slam aanval, die normaal zombies even van je wegduwt, omtoveren tot een heuse schokgolf die zombies als bowlingballen in een kegelspel tegen de rest katapulteert. Of je kan ook volledig focussen op je wegwerp-arsenaal (denk molotov cocktails, shurikens…) en skill kaarten kiezen die je life regen of extra aanvalsnelheid geven bij elke treffer. Alleen zijn die combinaties weer late-game stuff, en kunnen ze tot dan niet opwegen tegen een good old fashioned bonk van je geüpgradede baseball bat.
De grootste gemiste kans door de weinig vernieuwende combat, is dan nog dat de verschillende personages van het begin niet uitmaken. Elkeen heeft een unieke skill card, maar geen van die skills heeft een merkbare impact op personages tot je er op het einde een build van maakt. Bij ons personage was dit een boost in damage als je snelle frenzy wapens gebruikt. In de praktijk was dit hoogst situationeel omdat dat type wapens zelden meer dan één doelwit tegelijk kan raken. Pas op het einde van het spel, toen we degelijk grote katana’s begonnen te vinden, kwam dit van pas. Maar tegen dan zijn er dan weer andere, betere skill cards beschikbaar, dus waarom zou je. Je hoofdpersonage kies je dus echt beter voor persoonlijkheid dan voor je arsenaal.
Improvise, adapt, overcome
Laten we het eens hebben over je trouwste bondgenoten: wapens. Dead Island 2 heeft er meer dan een gemiddeld Colombiaans kartel. Het spectrum is ook helemaal gedekt, met onderaan de ladder de geïmproviseerde wapens zoals kapotte balken en schroevendraaiers en in god tier uiteraard de afgezaagde shotgun. Dead Island 2 ordent deze ook in categorieën. Sommige zijn uitermate geschikt om ledematen af te kappen, andere krijgen dan weer bonusschade als je ermee het hoofd raakt of vaak na elkaar kan raken. Hier en daar moet je je wapenkeuze dus aan de situatie aanpassen, maar over het algemeen kan je gewoon kiezen wat je het beste ligt (of er het coolste uitziet). De zeldzaamheid en het level zal vooral de doorslag geven in je keuze om één simpele reden: crafting.
Elk wapen kan je na enkele uren spelen namelijk upgraden met alle rommel die je in Hell-A kan vinden. Spijkers op de baseball bat is natuurlijk de ambassadeur van de ambacht, maar een zuursproeier op een machete is ook toegelaten. En hoe hoger de tier wapen, hoe meer mods je tegelijk kan installeren. Een topwapen kan maximaal vier mods houden, en unieke wapens zelfs vijf. Deze veranderen wel stevig hoe je combat benadert. Moeite om met je klein mes het hoofd van een zombie te raken? Zet er een electric-mod op, dan hoef je geen moeite meer te doen als de zombie gezapt is. Of wat dacht je van die katana waar we het over hadden, maar dan met een lemmet dat continu in de fik staat? Kan. Zwaai er gewoon niet mee als er olie op de grond ligt of rode vaten™ in de buurt zijn.
Dit is het systeem dat combat noemenswaardig verandert en ook aangenaam maakt. Want vanaf hier kan je ook echt gebruik maken van je omgeving. Je elektrisch zakmes in een plas water gooien lost letterlijk en figuurlijk je problemen op. Een impactor mod op je voorhamer monteren, verandert elk avontuur in Wii Sports baseball. Het is echt vanaf dit punt dat mobs en setpieces terug een speeltuin worden. Combineer dit met je molotovs en al die wegwerp items en Dead Island 2 wordt opeens het bloederige puzzelspel dat het heel die tijd had moeten zijn.
Net als de rest van het spel revolutioneren die systemen jammer genoeg echter absoluut niets, en zeker als je het vergelijkt met games waar dit het hoofdargument is. Wat ze wel doen, is je zin geven om te experimenteren en de zandbak genaamd Hell-A te gaan verkennen. Niet alleen voor de nodige materialen, maar ook voor de blueprints van al die wapens, curveballs en mods. Want niets komt uit de lucht gevallen en je zal zelf moeten zoeken voor de zeldzaamste. Het zijn er veel, en een aantal zijn verstopt op toch heel subtiele plaatsen.
Samen uit, samen thuis
Dead Island 2 bevat net als zijn voorganger ook een online coop. Dit is – net als de rest van het spel – de industriestandaard zonder uitschieters. Je kan met z’n drieën op stap doorheen het hele spel, zonder extra poespas of beperkingen. Iedereen krijgt tijdens deze sessie zijn eigen loot, dus zelfs als je met wildvreemden op avontuur trekt, hoef je je geen zorgen te maken om de drops. En het is ook stabiel, want in onze pogingen hebben we geen enkel probleem gehad om te matchen met andere spelers. Online coop zonder zorgen, maar ook zonder vernieuwing.
Er is wel een vrij lastige voorwaarde aan de coop en dat is spelen tot hoofdstuk 4 van het verhaal, zo’n 2 à 3u na de start van het spel. Een drempel die volgens ons toch ietsje te hoog ligt voor een game die wellicht voor veel mensen maar een ‘yes’ is als je samen kan spelen. Bovendien moet iedereen zich afstellen op het groepslid met de minste vooruitgang in het spel. Dat vormt niet meteen de barrière, maar kan wel frustrerend zijn als je het niet wist. Oh, en voor wie het zich afvroeg: Dead Island 2 heeft helaas geen crossplay tussen Epic en de consoles.
De onvermijdbare vergelijking
Dead Island 2 of Dying Light 2? Het hangt af van wat je zoekt. Beide zijn zombie apocalypse-games, maar met een andere insteek. Wil je een onvergeeflijke wereld tegemoet gaan waar je skills het verschil maken tussen leven of dood? Of hou je gewoon van parkour en als daar wapens bij gemengd raken, des te beter? Ga dan voor Dying Light. Heb je het liever klein maar fijn zonder dat het zich al te serieus neemt? Hou je van 100 tegen 1-situaties waar je weet dat je een kans maakt? Dan is Dead Island 2 een beter keuze. Trouwens, Dead Island 2 heeft ook amper bugs, iets waar Dying Light 2 tot op vandaag niet mee kan stoeffen.
Het is alleszins duidelijk dat Techland geen monopolie heeft op het genre. Het moet misschien niet de duimen leggen voor Dead Island, maar het zal hun wellicht ook geen plezier doen als ze zien dat Deep Silver ook zonder hun hulp een leuke game kan afleveren. Voor de zombiefans is het natuurlijk gewoon goed nieuws. Twee leuke titels in het genre zijn beter dan eentje, en Dead Island 2 is zeker en vast de moeite waard om te nemen als je nog twijfelde. Het is gewoon geen revolutie.
Meer reviews? Wij hebben niet stilgezeten!
- Horizon Forbidden West: Burning Shores review – kleine verbeteringen
- Final Fantasy Pixel Remaster series review: historische nostalgiebom
- Everspace 2 review: heel leuke space shooter
Fun zonder wow
dead island 2Raak
- Level design met veel detail
- Cliché verhaal dat dit 100% beseft en er een loopje mee neemt
- Leuke personages met uitgesproken persoonlijkheden
- Cathartische combat vol valstrikken en rondvliegende ledematen
Braak
- Combat komt pas veel te laat tot zijn recht
- Ontdekking wordt in de eerste uren gameplay ontmoedigd door levelbarrières
- Twaalf in een dozijn upgrade- en craftmechanieken
- Weinig vernieuwing t.o.v. zijn twaalf jaar oude voorganger
- Coop die niet meteen beschikbaar is