Een van de grootste “trekpleisters” van Film Fest Gent qua gasten in 2020 was toch Viggo Mortensen. De Deen heeft in zijn acteercarrière al een indrukwekkend palmares bij elkaar gespeeld met natuurlijk Aragorn, Hidalgo, Captain Fantastic en zelfs Green Book. Maar dit jaar zakte hij af om zijn regie- en scenariodebuut Falling persoonlijk voor te stellen, en dat ondanks corona. Zelf hebben we hem helaas gemist, maar hij schijnt zeer sympathiek te zijn. Zijn debuut kon ons alleszins bekoren, en verschijnt 8 maanden later dan gepland eindelijk in de zalen.
Deels autobiografisch
Mortensen kruipt hier in de huid van John. Hij woont samen met zijn partner Eric en hun dochter Monica in Californië. Hun rustige leventje wordt echter verstoord wanneer Willis, de vader van John, tijdelijk bij hen moet intrekken. Hij begint namelijk aan dementie te lijden en dus willen ze voor hem een huis dichter bij hen zoeken. Dat verblijf verloopt echter niet van een leien dakje want Willis is niet op z’n mondje gevallen. Hij komt zelfs regelmatig homofoob en racistisch uit de hoek. Het is direct duidelijk dat John en z’n vader dan ook niet de beste relatie hebben.
Om beter te weten hoe dat gekomen is, wisselt de film het heden af met flashbacks naar het verleden, toen John nog klein was en zijn vader een jonge man. Zelfs toen was al duidelijk dat Willis geen gemakkelijke man was. Aanvankelijk leek hij blij met z’n gezin en zijn vaderschap maar hij heeft duidelijk met paranoia en controleproblemen te kampen. Hierdoor vertroebelt de relatie met z’n zoon en vrouw. Toch leeft Wilis in het heden eigenlijk meer en meer in het verleden. De vraag is hoe lang John dat nog kan en wil volhouden.
Ik was na afloop van deze film toch redelijk “onder de voet”. Blijkbaar is Falling toch deels geïnspireerd op het eigen leven van Mortensen, en zou zijn vader ook niet de makkelijkste geweest zijn. Zijn beide ouders zouden ook aan dementie geleden hebben. Hoeveel er daarnaast precies autobiografisch is, daar hebben we het raden naar. Maar een eerste duidelijk verschil wil ik al meteen aanhalen: ja, Mortensen speelt als hetero man een homoseksuele man, en totdat LGBTQ-acteurs omgekeerd daar evenveel kans toe krijgen, vind ik dat toch een lastig punt.
Maar waar zijn rol in Green Book vaak richting een clichébeeld van zijn personage ging, natuurlijk ook te wijten aan het script, is zijn vertolking hier dat helemaal niet. Er lijkt niks speciaals aan dit gezin en de aandacht wordt er ook amper op gevestigd. Alleen John z’n vader ziet dat niet altijd zo. Aan de ene kant lijkt hij er geen probleem mee te hebben, maar opeens vliegt er dan weer iets beledigends uit z’n mond.
Beste bullebak
Lance Henriksen steelt dan ook wel de show in bijna alle scenes waar hij in zit. Het is al even geleden dat ik nog een personage zag dat zo’n absolute eikel is. De verwijten vliegen eruit alsof het niks is. Niet alleen over John en z’n gezin maar ook over zijn echtgenote, die al overleden was, en eigenlijk de wereld in het algemeen. Normaal keer ik me al snel af van zulke personages waardoor de interesse voor mij zakt. Maar hier was dat niet zo. Henriksen en het script houden hem wel menselijk, geholpen door de flashbackstructuur. Daarbij komt nog de vraag wat van zijn gedrag nu zijn persoonlijkheid is of de ziekte waaraan hij lijdt. Die lijkt wel beantwoord maar niet met volledige zekerheid.
Henriksen is vooral gekend als de android Bishop in Aliens maar hier krijgt hij de kans om veel meer te laten zien. Viggo Mortensen zet een onbegrijpelijk geduldige John neer, die de verwijten van zijn vader blijft ondergaan. Hoewel het de hoofdrol is, is het een heel bescheiden rol, die perfect bij hem leek te passen. En ook bij de film trouwens, want ondanks het “flashy” gedrag van Willis is Falling geen sensatiefilm waarin de gemoederen voortdurend hoog oplopen. Er is een scène die geknipt lijkt voor een Oscarreel, maar die is tegen die tijd meer dan verdiend. Laura Linney duikt trouwens ook op als de zus van John en zij is altijd een welgekomen verschijning.
Zoals eerder gezegd zie ik wel een toekomst voor Mortensen als screenwriter. De twee verhaallijnen zijn bijzonder goed verweven. Zo worden onduidelijk- of vaagheden in het plot niet gewoon verteld maar getoond. Maar ook de andere technische delen van de film worden gebruikt om het verhaal aan te vullen. Zo meen ik de verwardheid van Willis weerspiegeld te zien in het sound design: als Willis er is, zijn er vaak geluiden die er niet thuishoren. De cinematografie levert ook enkele prachtige beelden op, vooral in het verleden. Ten slotte wordt alles ondersteund door een mooie pianoscore, ook van de hand van Mortensen. Een echt manusje-van-alles dus, en van mij mag hij best blijven voortdoen.
Falling is vanaf 13/07 te zien in de bioscoop.