Regisseur en schrijver Osgood Perkins breit na Longlegs een vervolg aan zijn horrorcarrière met The Monkey. Hij benadert het wel van een andere kant en maakt er een horrorkomedie van. En dat heeft voor- en nadelen.
Snode dingen
“Come and play with us.” Hoor je de zin uit The Shining zo in je hoofd? Zie je ze nog op je netvlies staan, de tweeling met de jurkjes en lege blik? Tweelingen in films worden nogal vaak als eng afgeschilderd (ofwel heel schattig, zie The Parent Trap en de Olsen-zussen). Twee bijna dezelfde mensen zien, het heeft voor velen iets onnatuurlijks. Het verbaast dan ook niet dat vooral horrorfilms en thrillers vaak identieke tweelingen gebruiken. Al in 1946 zelfs, met een dubbele Olivia de Havilland in The Dark Mirror. Ook Sisters (1972) van Brian De Palma, Dead Ringers (1988) van David Cronenberg, zelfs The Prestige (2006) van Christopher Nolan concluderen: tweelingen kunnen snode dingen doen. Zelf een tweeling zijnde, zeg ik: zal ‘t gaan, ja?
Regisseur Osgood Perkins doet een aantal andere dingen met The Monkey dan in het gelijknamige kortverhaal van Stephen King.
Osgood Perkins – de zoon van acteur Anthony Perkins uit Psycho en (ik blijf het ongelooflijk vinden) David uit Legally Blonde – reikt me de hand. De tweeling die in The Monkey centraal staat, overkomt namelijk vooral enge dingen. De vader van broers Hal en Bill (Christian Convery, Beautiful Boy) liet hen niet zo veel na, maar wel een oude trommelende opwindspeelgoedaap. Uit verveling draaien ze hem op, maar dat was een slecht idee. Wanneer de aap stopt met trommelen, komt iemand om. In hun omgeving zien de jongens daarna een aantal mensen een verschrikkelijke dood sterven. Om eraan te ontsnappen, gooien ze de aap weg en gaan de broers hun eigen weg. Maar jaren later gebeurt hetzelfde opnieuw, en moeten de broers (Theo James, Divergent, The White Lotus) opnieuw samenkomen om de aap voorgoed te vernietigen.

Vloek
Hal en Bill zijn dan wel uiterlijk identiek, qua persoonlijkheid konden ze niet meer verschillen. Hal is rustig en bedeesd en daarom ook een makkelijk doelwit voor pesters én zijn broer. Bill is namelijk veel mondiger en bruter en speelt graag de baas over Hal. Maar al die dood om hen heen heeft verrassend genoeg meer effect op Bill dan zijn broer. Hij wordt angstig en sluit zich meer en meer af. Wanneer ze de aap verbergen, wil Hal gewoon verder gaan met zijn leven. Dat lukt alleen niet bijster goed. 25 jaar later heeft Hal een zoon die hij maar een keer per jaar ziet. Hij is bang dat de aap een vloek is geworden die Petey (Colin O’Brien) zal treffen en houdt hem daarom op afstand. Ook zijn broer heeft hij al jaren niet meer gesproken. Bill leeft helemaal teruggetrokken, en heeft een duistere reden om te vrezen voor de terugkeer van de aap.
De humor is inderdaad wat de film onderscheidt, maar ook wat hem bij momenten ondermijnt.
Regisseur Osgood Perkins doet een aantal andere dingen met The Monkey dan in het gelijknamige kortverhaal van Stephen King. Daarin heeft het aapje cymbalen in plaats van een trommel. Die kon Perkins voor zijn adaptatie niet gebruiken, omdat zo’n aapje verscheen in Toy Story 3 en Disney dus de rechten heeft. Hij maakt er bovendien ook een horrorkomedie van. Naar eigen zeggen vond hij dat beter passen bij een speelgoedaap en wil hij zich zo onderscheiden van andere films over bezeten speelgoed, zoals Annabelle en Chucky.
Onschuldigen
Die humor is inderdaad wat de film onderscheidt, maar ook wat hem bij momenten ondermijnt. Vooral de manier waarop mensen sterven in The Monkey zorgt voor geschokt gelach. Perkins houdt zich zeker niet in. Al in de eerste scène worden iemands darmen met een harpoen uit iemands lijf getrokken. Later volgen ook nog heel inventieve scènes met onder andere een bakplaat, zwembad en bijennest. Het bloed spuit in het rond. Ook dat was de bedoeling. Perkins wil zo de willekeur en absurditeit van de dood bespotten.

Dat zorgt voor een entertainende film, maar niet meteen een waar je veel bij voelt. Andere horrorkomedies als Abigail, Freaky en Ready Or Not kiezen hun slachtoffers net iets beter. Het zijn vaak onmensen, met hier en daar een personage dat we eigenlijk niet kennen. In The Monkey zijn het bijna uitsluitend onschuldige mensen die hun einde vinden. Mensen die het ongeluk hebben om bij Hal en Bill in de buurt te zijn. Hoe langer de film bezig is, hoe ongemakkelijker dat begint te voelen. Omdat we de meeste personages niet leren kennen, heb je ook geen connectie met hen.
Inventief
Hoewel het scenario deze keer wat minder sfeervol is, blijft Osgood Perkins wel een inventieve regisseur.
Er zitten wel interessante ideeën in The Monkey over trauma en de angst voor de dood in de verhaallijn van de broers. Welk effect heeft de dood van een geliefde op je heeft en hoe ga je ermee om? De anderen nog meer liefhebben of jezelf afsluiten? Maar opnieuw wordt hier nauwelijks verder op ingegaan. Ook al slagen acteurs Theo James en Colin O’Brien erin om tussen al de bloederige chaos de film van een zacht hart te voorzien, is de film over het algemeen weinig diepgaand of memorabel als horrorparabel.
Hoewel het scenario deze keer wat minder sfeervol is, blijft Osgood Perkins wel een inventieve regisseur. The Monkey ziet er goed uit, met opnieuw een warme en authentieke look and feel. Met zijn variatie aan camerahoeken en dynamisch gechoreografeerde actiescènes bedenkt hij even artistieke als shockerende sterfscènes met verrassend veel gore. Horrorfans zullen dus zeker wel hun gading vinden, maar de inhoudelijke meerwaardezoeker dus iets minder.
The Monkey is vanaf 26 februari te zien in de bioscoop.
Heeft niet zo veel impact
The Monkey reviewRaak
- Visuele stijl en regie
- Theo James beklijft
Braak
- Humor zorgt voor weinig diepgang
- Personages verdienden meer aandacht