Met The French Dispatch brengt Wes Anderson een hommage aan de bijna vervlogen kunst van tijdschriften die net zoals The New Yorker afzonderlijke verslagen en verhalen bundelt in één.
De films van Wes Anderson herken je in een oogopslag: pastelkleurige pareltjes met curieuze personages in symmetrische settings. Met elke nieuwe worp perfectioneert Anderson zijn unieke stijl, een obsessieve focus voor beeld en klank waarvoor emotie moet wijken. En net zoals je niet naar een all-you-can-eat vegetarisch restaurant moet gaan waar je dan een dikke hamburger op je bord verwacht, serveert Anderson je met The French Dispatch opnieuw een visueel meesterwerkje voor. Deze keer op zijn meest volmaakt.
The French Dispatch bezingt excentriciteit
The French Dispatch is een anthologiefilm die duikt in vier artikels van het allerlaatste nummer van een magazine geschreven door Amerikaanse journalisten in het fictieve Franse stadje Ennui-sur-Blasé (de gelijkenissen met Parijs zijn zeker niet toevallig). Het tijdschrift ligt op sterven en neem dat maar letterlijk. Wanneer hoofdredacteur Arthur Howitzer Jr. (Bill Murray) het rouwkatern vergezelt, moeten ook de journalisten het werk neerleggen. Als vaarwel brengen ze een finale ode aan hun Frankrijk, aan de journalistiek en bovenal aan de excentriciteit.
Openen doet een reizende reporter (Owen Wilson op een koersfiets) langs de schijnbaar mooiste plekjes van Ennui-sur-Blasé waar tegelijkertijd gevaar schuilt. In de drie stukken daarna met meer vlees aan zie je achtereenvolgens Tilda Swinton, Frances McDormand en Jeffrey Wright hun verhaal doen. Swinton speelt een kunstkenner die de wereld doet kennismaken met Moses Rosenthaler (Benicio Del Toro), een uitgebuite artiest in het gevang met een cipier (Léa Seydoux) als zijn tragische muze. Politiek correspondent Lucinda Krementz (McDormand) staat iets te dicht bij een studentenrevolte en diens eerder toevallige leider (Timothée Chalamet). Tenslotte proeft restaurantcriticus – perfecte jobs bestaan wél – Roebuck Wright (Wright, haha) de Franse keuken vanuit een politiekantoor.
De kortverhalen worden verbonden met elkaar door hun Franse setting, de dood, de buitenbeentjes en de weinig emotionele snaren die ze raken. Daarvoor zijn de kortfilms te vluchtig, de personages te maf en staat de vorm in de weg. En toch is het die vorm die vanaf de eerste seconde tot de laatste een zaligmakende glimlach op je gezicht tovert.
Een overrompeling van vorm, kleur en techniek
The French Dispatch perfectioneert en combineert alles waarmee de filmmaker tot nu toe heeft uitgepakt: symmetrie, kleur en de afwezigheid ervan, handgemaakte decors in contrast met opzichtige CGI, afwisselende beeldverhoudingen en opeenstapelende verwijzingen naar filmklassiekers. Stop-motion ruilt Anderson deze keer in voor animatie in een charmante Hergé-stijl. De vrolijke deuntjes van Alexandre Desplat ondersteunen de schouwspelen, afgewisseld met Franse popliedjes van weleer.
The French Dispatch duurt niet langer dan nodig is. Voor je het weet, mag je de nostalgie naar een vervlogen tijdperk en de sprookjesachtige versie van Parijs inruilen voor de grijze realiteit. Een plek die Wes Anderson toch maar even weer heeft opgefleurd met zijn aanwezigheid.
The French Dispatch speelt vanaf 27 oktober in de bioscoop.