In Jungle Cruise bouwt Disney een verhaal rond een van hun pretparkritjes in de hoop om het succes van Pirates of the Caribbean te evenaren en blijven uit te melken. Zo’n vaart zal het met deze avonturenfilm wellicht niet lopen, want (de eerste) Pirates bood meer originaliteit, maar hé, ik ben wel even twee uurtjes mijn zorgen vergeten.
Het beste van
Wat doe je als je slechts één voorwerp verwijderd bent van de zoektocht naar iets wat de wereld kan veranderen, maar de seksistische maatschappij je zelfs geen kans geeft om jezelf te bewijzen? Inbreken en het stelen! Dr. Lily Houghton (Emily Blunt) heeft grote ambities: ze wil de wereld ontdoen van ziektes. Daarvoor heeft ze haar oog gericht op de mythische ‘lágrimas de la luna’, een boom waarvan de bloemblaadjes genezingskrachten hebben. Die boom vind je natuurlijk niet om de hoek, maar via een helsachtige boottocht naar een tot dan onontdekte grot.
Om er te raken, schakelt Lily ervaren jungletochtschipper Frank Wolff (Dwayne Johnson) in om haar veilig over de Amazone te brengen. Ook haar broer MacGregor (Jack Whitehall) is mee. Hij wil zijn zus niet alleen laten, maar gezien we in de eerste scènes zien dat Lily zichzelf wel kan redden, vermoed je al snel dat hij zijn eigen redenen heeft om Londen te ontvluchten. En natuurlijk is Lily niet de enige die op zoek is. Ook de nazi prins Joachim (Jesse Plemons) en een paar ondode conquistadores (jawel!) willen de bloemblaadjes van de boom voor respectievelijk wereldverovering en het opheffen van een eeuwenoude vloek waardoor ze vastzitten aan de oever van de rivier.
Bij het plot zie je soms door de bomen het bos de jungle niet meer, maar in een film als deze moet je je eigenlijk gewoon laten meevaren (pun intended) langs alle wendingen. De scenaristen proberen alleszins niet te verbergen dat ze de mosterd bij andere bekende avonturenfilms gehaald hebben. Emily Blunts personage lijkt wel heel erg op dat van Rachel Weisz in The Mummy, alleen is ze botaniste en geen bibliothecaris. Nazi’s kwamen prominent aan bod in de Indiana Jones-films, die ook een afzijdige en licht cynische leading man hebben met een gouden hart. Ook de ondode antagonisten en onherbergzame omstandigheden zagen we al, onder andere in… Pirates of the Caribbean.
Charmeoffensief
Hoewel we het idee voor deze Disney-film toejuichen, want het is geen sequel of franchise, ontbreekt de originaliteit in het verhaal dus wel. Waarom geen avontuur op een zoutvlakte of een besneeuwde bergpas? Toch wil dat niet zeggen dat Jungle Cruise geen goede punten heeft. Integendeel. Het verhaal biedt een onverwachte wending die wel amusant is.
Met Emily Blunt en The Rock heb je sowieso al bakken charisma en likeability. Ze zijn ook allebei grappig en kunnen actie aan, en ik was best verrast door hun chemie, hoe ‘Kinderen Toegelaten’ de romance ook is. Een geslaagd stukje casting. Nog zo’n pareltje is Jesse Plemons, die zich rot lijkt te amuseren als prins Joachim. De scène waarin hij probeert te communiceren met ondode bijen (niet over nadenken!) is een van de grappigste uit de film.
Een minder geslaagd stukje casting is Jack Whitehall. Niet omwille van zijn acteerprestatie, want de comedian kan zeker acteren (zie de Britse series Bad Education en Fresh Meat), maar omwille van zijn personage. Disney heeft al geen al te best parcours met LGBT+-representatie. Dan voeg je een homoseksueel personage toe en maak je er een nogal stereotiepe versie van gespeeld door een heteroacteur. Een genuanceerd LGBT-personage in een Disney-film, dat zou pas een echte twist zijn.
Gracias por la acción
Als je daar doorheen kan kijken, kan je misschien wel de dingen appreciëren die regisseur Jaume Collet-Serra toevoegt. Als regisseur van onder andere Non-Stop, The Commuter en The Shallows is hij het gewend om flitsende en boeiende actie te brengen, en dat komt Jungle Cruise zeker ten goede. Je kan goed volgen wat er gebeurt, en de actiescènes zijn goed gechoreografeerd.
Bovendien komt er wat multiculturaliteit in de film geslopen. De Catalaanse Collet-Serra laat Spaanstalige acteurs zoals Edgar Ramirez gewoon hun moedertaal spreken, en dat is elke keer waardevoller dan opnieuw brakke accenten. (Het is dan wel raar dat het woord ‘lágrimas’ elke keer verkeerd wordt uitgesproken door de Engelstalige acteurs, maar dat is mijn beroepsmisvorming.) En oké, Jesse Plemons heeft wel een Duits accent in plaats van Duitse teksten, maar voor een Nazi kunnen we dat vergeven.
Het set design en de cinematografie weerspiegelen de sfeer van een avonturenfilm, de CGI is zeker oké en slechte muziek van James Newton Howard moeten we nog horen. Het thema voor de film is bijzonder aanstekelijk.
Jungle Cruise is dus verre van perfect, maar ik heb me toch heel goed geamuseerd. Zeker met kinderen is dit je tijd wel waard. Misschien draag ik daarmee bij aan de dood van de cinema, maar hey ho, ik kan niet altijd een meerwaardezoeker zijn.
Jungle Cruise in nu te zien in de bioscoop en op Disney+ via Premier Access.