Blijf op de hoogte
Geekster nieuwsbrief

Inschrijven

Liever The Lion King én De Leeuwenkoning voor deze taalliefhebber

In een artikel van VRT NWS dat recent rondging op sociale media pleiten taalexperts voor meer ondertiteling van kinderprogramma’s dan dubbing. Hoewel ik het daar grotendeels mee eens ben, wil ik toch ook even een licht schijnen op de voordelen van dubben. Laten we nog even wachten om het doodvonnis van deze vorm van audiovisuele vertaling te tekenen.

Nee, ik ben geen taalexpert. Ik studeerde Toegepaste Taalkunde, behaalde een master in het Vertalen en deed daarna een postgraduaat in Gespecialiseerde Vertaling. Tijdens mijn studie koos ik ervoor om ook zo veel mogelijk te leren over audiovisuele vertaling, zodat ik mijn passie voor film en tv kon koppelen aan mijn liefde voor taal. Meerdere keuzevakken, twee ondertitelstages, een bachelor- en masterproef over het verschil tussen dubben en ondertitels in films. Ik ben geen taalexpert, maar ik kom ook niet uit mijn nek kletsen.

Sprekers uit landen waar ondertiteling ingeburgerd is, hebben vaak een betere uitspraak dan sprekers in landen met een dubbing-gewoonte.

De positieve invloed van ondertiteling op het taalgevoel en de taalontwikkeling valt zeker niet te ontkennen. Sprekers uit landen waar ondertiteling ingeburgerd is, zoals België, Nederland en Zweden, hebben vaak een betere uitspraak dan sprekers in landen met een dubbing-gewoonte, zoals Spanje, Duitsland en Italië. Die laatsten lezen en schrijven wellicht genoeg in een vreemde taal (laten we het bij Engels houden), maar zullen de native uitspraak niet kunnen overnemen en zijn dan voornamelijk afhankelijk van bijvoorbeeld leerkrachten. (Natuurlijk helpt het voor ons ook dat Engels net zoals Nederlands een Germaanse taal is, maar dat terzijde.)

Goede ondertitelaars zijn duidelijk van groot belang.

Een vreemde taal leren door anderstalige woorden te linken aan de ondertiteling is iets dat bij velen bekend in de oren zal klinken. Passief met taal bezig zijn naast school geeft kinderen een voorsprong. Zo leren ze ook passief over de Nederlandse spelling. De laatste maanden was er veel te doen rond de dalende kennis van het Nederlands bij de jeugd (maar ook bij volwassenen). Er is iets van aan, helaas. Browse een kwartier door Facebook en je ziet “sowieso” geschreven op dertien manieren. Op dat spellingprobleem kan ondertiteling misschien een positief effect hebben, hoe klein ook.

Maar ook dubbing kan hier een belangrijke rol spelen, maar dan op auditief vlak. Dubbing wordt nog steeds vooral gedaan in Algemeen Nederlands, en dus komen kinderen via film en tv in contact met (voornamelijk) correct uitgesproken Nederlands. In een wereld waarin tussentaal de bovenhand krijgt, ook in het onderwijs, kan dat zeker helpen om de kennis van het AN te vergroten. Zelf gebruikte ik de Nederlandstalige versies van Disney-liedjes om te oefenen voor het vak Spreekvaardigheid op de universiteit. Bedankt, Pia Douwes, voor je versie van Colors of the Wind. Je hielp me slagen.

Bij dubbing wordt ook vaker creatiever omgegaan met taal dan in ondertitels. Dat is eigen aan het medium: bij ondertiteling hou je rekening met de leessnelheid van je publiek. Je hebt over het algemeen 70 karakters verspreid over twee regels om de boodschap op het scherm over te brengen. Dat betekent dat er redelijk wat verloren gaat bij ondertiteling, zowel letterlijk als figuurlijk. (Toevallig het onderwerp van mijn bachelorproef.) Er wordt dus vaak niet letterlijk vertaald in ondertitels. Dat heeft geen grote negatieve gevolgen, maar is toch een factor om rekening mee te houden. Dubbing van kinderfilms is vaak heel leuk aangepakt, met veel uitdrukkingen en een ander taalgebruik dan wat een kind hoort bij de ouders en op school.

Via dubbing komen kinderen in contact met Algemeen Nederlands.

Een deel van het film- en tv-publiek zal bovendien afhankelijk blijven van dubbing. Heel jonge kinderen, slechtziende kinderen en anderstaligen halen bovendien meer voordeel uit het verwerven van de eigen taal dan van een vreemde taal. De kennis van het Nederlands van jonge kinderen en anderstaligen is vaak niet ontwikkeld genoeg om ondertitels te lezen. Slechtziende kinderen kunnen enkel dubbing gebruiken om een film of serie te begrijpen.

Dubbing en ondertiteling zijn ten slotte niet te onderschatten. Bij ondertiteling komt veel meer kijken dan enkel typen wat iemand zegt, en daar zijn mensen zich vaak niet bewust van. Er wordt nogal eens geklaagd dat er veel in ondertitels ontbreekt, of dat ze niet correct zijn, maar vaak is daar een reden voor. Ook dubbing kan vaak op kritiek rekenen. Het is echter ontzettend moeilijk om iets dat opgemaakt is in een taal met een ander spraakpatroon om te zetten naar een andere taal. Engels is bijvoorbeeld een veel beknoptere taal dan het Nederlands, dus moet je ook hier rekening houden met tijdsgebrek. Bovendien wordt er tegenwoordig ook veel meer rekening gehouden met de mondbewegingen van (geanimeerde) personages. Een dubber moet er dus op letten dat een zin niet te lang of te kort is, maar ook dat je ongeveer dezelfde klanken gebruikt. Het is een kunst op zich.

Dubs vergeleken in de multilanguage versies van Disney.

Mijn voorstel: verminder gerust het aandeel aan dubbing voor iets oudere kinderen, maar verwaarloos dat soort audiovisuele vertaling niet voor andere groepen. Er moet naar mijn mening ook nog meer ingezet worden op audiodescriptie en ondertiteling in de eigen taal, maar dat is voor een andere keer.

Total
0
Shares
Een reactie achterlaten
Gerelateerde artikels