Iedereen kent wel het stereotiepe beeld van een persoonlijk assistent(e): jong, ambitieus, elk uur van de dag beschikbaar zijn om aan de raarste grillen van de baas te voldoen. Maar wat als je baas een seksueel roofdier blijkt te zijn? Kitty Green laat het ons voelen in het minimalistische maar memorabele The Assistant, dat wij vorig jaar nog zagen op Film Fest Gent.
Manusje-van-alles
Opstaan voordat de stad ontwaakt, als eerste op kantoor arriveren, lichten aandoen, koffie zetten, bureaus opruimen, mails checken. Dat doet Jane (Julia Garner uit Ozark) voor het 8 uur is. Ze is assistente voor een belangrijke man in een filmproductiebedrijf. Wanneer haar collega’s toestromen, hebben ze niet veel oog voor haar: ze is immers ‘maar’ een assistente. En dan moet haar baas nog aan zijn werkdag beginnen.
Al snel hebben we door dat hij geen lichtend voorbeeld van moraliteit is. We zien hem nooit in beeld, maar het is duidelijk. Hier dwaalt het spook van Harvey Weinstein rond. Jane en haar collega’s moeten zijn dubieuze levensstijl in stand houden. Telefoontjes afschepen van zijn boze vrouw? Jane! Verdachte medicijnen (lees: tegen erectiestoornissen) bijvullen? Jane! Een hele reeks vrouwen ontvangen tot een stuk in de nacht? Jane.
Werkcultuur
Wanneer Janes baas een van zijn ‘protegees’ zonder ervaring of interesse dezelfde baan geeft als Jane, is voor haar de maat vol. Ze vreest dat haar baas het meisje misbruikt en ze trekt naar de personeelsdienst. In een verschrikkelijk ongemakkelijke scène met Matthew McFayden (Succession) als de personeelsdirecteur worden haar beschuldigingen in de wind geslagen. Hij zegt bijna onomwonden dat een klacht enkel haar zal schaden. Vernederd en moedeloos verlaat ze het het kantoor.
Zo wordt duidelijk dat niet enkel de Weinstein-figuur het probleem is, maar de hele toxische cultuur die hij verspreidt en kweekt. De micro-agressies die Jane van de mannen op kantoor moet verdragen: over haar praten waar ze bij is, alle lastige taken op haar afschuiven, haar aandacht trekken met een prop papier in plaats van haar aan te spreken met haar naam, haar negeren als het hen goed uitkomt enz. Elke zogezegde misstap heeft een overdreven uitbrander van de baas tot gevolg, waarna ze zich moet verontschuldigen en beloven dat ze weet hoe uitzonderlijk de kans is die ze krijgt. Dat lijken misschien kleine dingen, maar allemaal bij elkaar genomen kan je iemand zo heel diep doen vallen.
Minimalistisch
De gevolgen van zo’n werkcultuur duwt regisseur en scenarist Kitty Green je niet vlak in het gezicht. Integendeel, The Assistant is een knap staaltje slice-of-life met een impact. Dit zijn geen grote emoties, monologen of schreeuwwedstrijden, maar de dagelijkse sleur van een jonge vrouw die haar carrière niet wil laten dwarsbomen door een zielig excuus voor een man.
Maar ook Janes rol in die cultuur wordt niet weggeveegd. Ook zij houdt die mee in stand, maar tegelijkertijd zijn de machtsverhoudingen in het bedrijf zodanig scheef dat ze zonder hulp van bovenaf weinig kán doen. Zo zijn er veel vrouwen (en mannen) die erbarmelijke werkomstandigheden gewoon moeten ondergaan tot er verandering komt.
The Assistant is een minimalistische film, ook in hoe alles in beeld wordt gebracht. Kitty Green werkte ook mee aan de montage, en haar lange shots met de nogal afgewassen, grauwe cinematografie illustreren perfect de sleur in Janes leven. Dat het geheel toch altijd boeiend blijft, is ook zeker te danken aan Julia Garner. De jonge actrice heeft al twee Emmy-awards op de kast staan voor Ozark, en hier is ze zo innemend dat je haar constant goeie raad of aanmoedigingen in het oor wil fluisteren. Een ding is zeker: deze assistente mag van ons promotie krijgen.
The Assistant is in de bioscopen te zien vanaf 25/08.