Blijf op de hoogte
Geekster nieuwsbrief

Inschrijven

Intertekstualiteit: van parodie tot plagiaat, en alles daartussen

Geen mens is een eiland, pleegt men wel eens te zeggen. En daarmee is de toon van dit artikel meteen gezet. Je wist het wellicht niet, maar “No man is an island” komt recht uit de mond van de Engelse dichter John Donne. “Plagiaat!”, hoor ik u luidkeels roepen. Rustig maar. Laat me je voorstellen aan het begrip intertekstualiteit.

Alles is verbonden

Geen enkele strip, film of game is een monolithische, autonome eenheid.

Geen mens is een eiland, en dat geldt eigenlijk ook voor teksten, allerlei andere vormen van kunst en media, en de mensen die ze produceren. Net zoals mensen gevormd worden door hun familie, vrienden, collega’s, toevallige voorbijgangers, … worden ook kunstvormen gevormd door relatie tot andere kunstvormen. Geen enkele strip, film of game is een monolithische, autonome eenheid. Tot dit inzicht kwam de Franse linguïste Julia Kristeva, die daarmee zelf voortborduurde op het werk van Mikhail Bakhtin. Zij stelde dat een tekst niet alleen een dialoog tussen auteur en lezer was, maar ook tussen de tekst zelf en andere teksten. Geen enkele tekst leeft in een vacuüm, maar ze bevinden zich allemaal in de “intertekst”, een maatschappelijke en culturele traditie met zijn eigen normen en codes.

Een warm dekentje voor de ziel

Academisch? Nogal. Droog? Guilty as charged. Het zal u wellicht niet verbazen dat ik in een ander leven literatuurwetenschappen heb gestudeerd. Dan nu de hamvraag: waarom zou dat u, beste lezer, een moer kunnen schelen? Ik ga het zeggen, Walter: omdat je bewust zijn van intertekstualiteit je des te meer doet genieten van je favoriete strip, film, game, boek, muzieknummer of kookrecept.

Wreck-it Ralph (2012) zit vol hommages, knipogen en bekende personages. © Disney

Intertekstualiteit heeft, naar mijn bescheiden mening, wel wat weg van een warm dekentje. Het zorgt voor een warm gevoel en het idee van verbondenheid. Waarom houden mensen van easter eggs in games of worden ze wild als ze een cameo van deze of gene persoon in een strip zien? Omdat ze het gesnapt hebben. Je hebt het paaseitje gevonden, de knipoog begrepen, de maker heeft -speciaal voor jou- iets in zijn werk verstopt en je hebt het gevonden. Dat geeft een gevoel van erbij te horen, een verbondenheid tussen jou, de auteur, en de andere mensen die de grap snappen. Je kan je voorstellen hoe lyrisch ik was toen ik de tekst in het Sanskriet kon ontcijferen die Stedho en Lectrr in hun meesterlijke Red Rider 1: De zevende scherf verstopt hadden.

Waarom houden mensen van easter eggs in games of worden ze wild als ze een cameo van deze of gene persoon in een strip zien? Omdat ze het gesnapt hebben.

Intertekstualiteit is van alle tijden: imitatio en aemulatio zorgde er al voor dat Vergilius met zijn Aeneïs zich ging meten met de Ilias van Homeros en dan op zijn beurt weer tot inspiratie diende voor Dante en zijn Divina Commedia. Het omvat ook hedendaagse memes en bekende uitspraken. “The cake is a lie“, “Joey doesn’t share food” en “zet die ploat af!“: we weten allemaal meteen waar het over gaat, waar er naar verwezen wordt en we voelen ons goed en slim omdat we dat weten, zonder dat gespecificeerd moet worden waar dat nu ook alweer van kwam.

De vele gezichten van intertekstualiteit

Daar komen we bij een heikel punt. “Zonder te specificeren waar dat ook alweer van kwam? PLAGIAAT!”, hoor ik u wederom schuimbekkend roepen. In zekere zin heeft u gelijk. Intertekstualiteit kan vele vormen en gedaanten aannemen, en de grenzen zijn niet altijd even duidelijk. Intertekstualiteit bevat alles wat de grenzen van de tekst overschrijdt, van parodie en eerbetoon over citaat tot, jawel, plagiaat.

Besef dat er buiten zwart en wit ook grijs bestaat.

Begrijp me goed: dit is geen verdediging van plagiaat. Laat dit artikel geen uitnodigingen zijn om je thesis te vullen met gestolen quotes of het werk van Banksy na te tekenen en te verkopen als je eigen werk. Besef wel dat er buiten zwart en wit ook grijs bestaat, en dat het een weldenkend mens siert zich daar van bewust te zijn.

Soms is zwart duidelijk zwart: het was enigszins beschaamd dat wijlen Karel Biddeloo aan Stripschrift moest toegeven dat hij zich misschien toch een beetje te veel had laten inspireren door Werewolf van Larry Ivie voor Grawwar in De Rode Ridder 87: De beelden van Djomaz. Voor de transparantie: onderstaande beelden vonden we hier. Lap zeg, weer intertekstualiteit.

Soms gaat plagiaat een eigen leven leiden en vervelt het tot z’n eigen ding. Zo was het allereerste avontuur van Batman, The Case of the Chemical Syndicate, een flauw afkooksel van Partners of Peril, een avontuur van The Shadow. Zowel verhaallijnen als volledige decors werden simpelweg overgenomen, maar het gaf de Dark Knight wel dat eerste zetje op z’n weg naar roem. Later zou Batman vaker (en openlijker) eer betonen aan z’n spirituele voorganger, onder meer in Batman: Mask of the Phantasm en de crossover Batman/The Shadow.

Soms gaat plagiaat een eigen leven leiden en vervelt het tot z’n eigen ding. Er zijn ook gevallen van onbedoelde echo’s en reflecties.

En dan zwijgen we nog over al die andere superhelden: Namor en Aquaman, Hawkeye en Green Arrow (allebei schaamteloos geïnspireerd door Robin Hood), X-Men en de Doom Patrol, Deadshot en Deadpool…. Het lijstje is eindeloos. Of dacht u echt dat het toeval was dat Slade en Wade Wilson allebei huurlingen met een voorliefde voor vuurwapens en katana’s zijn? Maar de ene bleef gritty en serieus, de andere werd een recidivist wat het breken van de vierde muur betreft.

Er zijn ook gevallen van onbedoelde echo’s en reflecties. Iedere auteur werkt in een bepaalde context en actualiteit en soms hangt het fruit erg laag aan de bomen. Het is de reden dat cabaretiers dezelfde elementen uit de actualiteit op de korrel nemen en waarom we al 4 maand over niks anders dan die godvergeten Corona praten. Er bestaat immers iets als “Multiple discovery“, het feit dat verschillende mensen onafhankelijk op dezelfde ideeën komen. Denk maar aan de arme Butters in South Park, die keer op keer moet horen: “Simpsons already did it” (“Simpsons already did it”, South Park, T. Parker & M. Stone, 26/06/2002).

© Comedy Central

Bepaalde beelden zijn iconisch en staan in het culturele geheugen gegrift. De matroos die op V-Day een meisje kust op Times Square is een intussen iconisch geworden beeld, dat gretig in verschillende media werd gerecycleerd. En gezien de huidige omstandigheden is de intussen beruchte uitspraak van voormalig president Richard “I am not a crook” Nixon actueler dan ooit.

© Cagle Cartoons

Oordeelkundig omspringen is de boodschap

Je ziet het, de lijn is soms dun. Intertekstualiteit is echter van alle tijden, en het is de normaalste zaak van de wereld dat een scheppingsproces geen monolithische daad in een vacuüm is, maar constant zit te pingpongen en de dialoog zit aan te gaan met z’n peers en contemporaries. Zoals steeds zijn context en gezond verstand echter essentieel. Citeer je bronnen in je thesis, maar ga niet elke keer “M. De Block, 2020” toevoegen als je weer eens “Blijf in uw kot!” zegt. Presenteer andermans werk niet als je eigen werk, maar aarzel niet te knipogen naar je doelpubliek en eer te betonen aan je grote voorbeelden. En geniet bovenal van het warme dekentje der intertekstualiteit terwijl u probeert alle knipogen en verwijzingen in dit artikel te vinden.

Total
0
Shares
Een reactie achterlaten
Gerelateerde artikels