Locke & Key is een adaptatie van de ongelooflijk succesvolle verzameling graphic novels van de pen van Joe Hill. Die zesdelige reeks, geschetst door de Chileense artiest Gabriel Rodriguez, werd bejubeld met prijzen zoals Best Limited Series, British Fantasy Award for Best Graphic Novel en Best Writer. Dit allemaal om jullie van een kader te voorzien: dat het hier gaat over een geliefd, origineel verhaal staat buiten kijf. Met zoveel lof komen er uiteraard ook veel verwachtingen bij een vertaling naar het kleine scherm en de vraag is natuurlijk of showrunner Carlton Cuse die verwachtingen kan inlossen. Mijn antwoord daarop is een lang gerekte diepe zucht eindigend met een bijna fluisterende ‘nee’. Daar zijn verschillende redenen voor.
Er is een beslissing gemaakt om de reeks toegankelijk te maken voor kinderen vanaf 13 jaar.
De aandachtige lezer zag al dat ik het bezittelijk voornaamwoord in mijn inleiding schuin heb gedrukt. Dat is bewust want het is heel belangrijk bij het lezen van deze review dat je weet dat ik dit schrijf vanuit mijn kennis. Ik heb de strips jaren geleden al gelezen en het is vanuit die invalshoek dat ik ook de reeks heb bekeken. Zoals bij alle recensies kan ik altijd aanraden om achteraf het zelf een kans te geven en een eigen mening te vormen. Als je de strips niet gelezen hebt, zal je mening ongetwijfeld anders zijn. Zo, nu we dat uitgeklaard hebben, kunnen we verder met de recensie.
Locke & Key draait rond de familie Locke die, na het tragisch heengaan van de vader, besluiten alles achter zich te laten en in te trekken in het ouderlijk huis. Het Locke-huis is het archetypisch voorbeeld van het Haunting Mansion. Het is het soort woning dat we al eerder zagen in reeksen zoals bijvoorbeeld Haunting of Hill House. In het huis vinden de kinderen allemaal sleutels met speciale krachten, daarnaast wordt het snel duidelijk dat er iets leeft in de waterput net naast het huis. Het verhaal wordt voornamelijk gebracht vanuit de ogen van de kinderen. Bode, Kinsey en Tyler zijn ogenschijnlijk de enigen die zich achteraf nog de sleutels kunnen herinneren, volwassenen vergeten elke ervaring ermee. Die zaken zijn onveranderd gebleven uit het bronmateriaal, de invulling is echter een pak minder… intens.
Het creatieve team achter de serie heeft de beslissing gemaakt om de reeks toegankelijk te maken voor kinderen vanaf 13 jaar, wat ervoor heeft gezorgd dat alles afgevlakt wordt. De graphic novels waren zonder omwegen hard en het was in het contrast van een bruut verhaal, verteld vanuit het perspectief van kinderen, dat er iets moois ontstond. Het deed terugdenken aan de oude Stephen King-verhalen, wat niet verwonderlijk mag zijn aangezien Joe Hill zijn zoon is. Alsof het geheel één groot argument was voor het doorzettingsvermogen van kinderen. Hoewel dat laatste nog steeds aanwezig is, voelt het toch allemaal maar aan als een doorslag van het origineel.
Als ik echter eerlijk mag zijn, blijft de reeks op vlak van acteren maar bij de middelmatigheid.
De cynicus in mij kan de beslissing enkel maar aanzien als een manier om te kapitaliseren op de hype van de ‘bravere’ horror à la Stranger Things en The Chilling Adventures of Sabrina. Terwijl dit een bovennatuurlijke versie kon worden van Haunting of Hill House. Naar mijn mening gaat het verhaal even veel over familietrauma en hoe de keuzes van onze ouders neveneffecten hebben op de latere generaties. Het gaat over in het reine komen met jezelf in een turbulente tijd. Waar die zaken heel erg voelbaar zijn in de strips, zijn die (alweer) maar lichtjes voelbaar meer. Hun grootste fout was dat ze onvoldoende vertrouwen hadden in de slaagkansen van het bronmateriaal. Wij zouden heus wel kijken naar een reeks gericht naar volwassenen met kinderen in de hoofdrol. Dat hebben we al eerder bewezen.
Als de lichtere sfeer al niet duidelijk is door het bravere verhaal, dan wel door de soundtrack die doorheen elke aflevering vrij veel aanwezig is. Vooral doorheen de eerste aflevering worden de beelden ondersteund door een speels geheimzinnig deuntje. Eentje die me deed terugdenken aan de sfeer uit de filmversie van A Series of Unfortunate Events, met Jim Carrey.
Dan hebben we het nog niet gehad over de acteurs in kwestie. Connor Jessup (Falling Skies) en Emilia Jones weten op hun manier een geloofwaardige Tyler en Kinsey neer te zetten. Ook Darby Stanchfield (Scandal) kon me overtuigen als de moeder die op de rand van een zenuwinzinking zit maar met alle macht doorploegt. De kleine Jackson Robert Scott moge dan wel qua uiterlijke perfect gecast zijn als Bode, het acteerwerk liet wel de wensen over. Zijn nemesis, de Well Lady, wordt vertolkt door Laysla De Oliveira (In The Tall Grass), weet iets van dreiging te brengen. Als ik echter eerlijk mag zijn, blijft de reeks op vlak van acteren maar bij de middelmatigheid. Ik vermoed dat Locke & Key wel wat gebaat had met acteurs die al wat meer op hun palmares hebben.
Het wordt echter beter naarmate het seizoen vordert. Vooral tijdens de eerste aflevering heb je het gevoel dat de schrijvers en acteurs nog heel hard op zoek waren naar wat Locke & Key moet worden. Het kan ook te maken hebben met de switch in focus. Waar we tijdens de eerste helft van het seizoen voornamelijk alles volgen vanuit de ogen van Bode, verschuift de aandacht meer naar Tyler & Kinsey, de oudere kinderen. Tijdens de tweede helft voelen we al meer het gevaar dat over de hoofden van de Lockes hangt en er zijn een paar heel fraaie momenten, mede geholpen door de CGI.
Er is koste noch moeite gespaard om het huis vanuit de strips na te maken. De speciale krachten van de sleutels en alles wat dat met zich mee brengt, wordt prachtig in beeld gebracht. De finale brengt dan ook een mooi visueel hoogtepunt dat doet verlangen naar meer. Het doet dromen naar wat kon zijn, wat alles dan weer bitterzoet maakt.
Locke & Key staat vanaf 7 februari op Netflix.