Bad Times at the El Royale is met zijn 2u en 21 minuten misschien wel een van de langste films op Film Fest Gent maar regisseur Drew Goddard weet de verveling altijd veraf te houden. Dat heeft veel te maken met de uitzonderlijke cast, de prachtige soundtrack maar vooral ook de fenomenale beelden. Je zou denken dat deze neo noir alles heeft om een voltreffer te worden maar helaas, daarvoor schiet het nog tekort.
Wanneer ik de naam Drew Goddard zie staan, dan gaan er al verschillende belletjes rinkelen bij me. De man werkte mee aan de Netflix/Marvel-reeksen en The Good Place, schreef mee aan Lost, Cabin in the Woods en The Martian. Mocht ik een schrijver zijn in het zonnige Hollywood, beeld ik me in dat ik zo’n verhalen zou schrijven. Bad Times at the El Royale is de eerste langspeelfilm van Goddard sinds Cabin in the Woods, en net zoals die laatste is deze ook een genre satire.
Het verhaal leest als een verhaal uit de verbeelding van Quentin Tarantino. Het El Royale is een hotel pal op de grens van Nevada en Californië. Het was in de jaren 50 een plaats waar de rijken zich tegoed deden aan hun zonden. Dat ligt intussen in een ver verleden en het resort ligt er heel verlaten bij. De film speelt zich volledig af op 1 avond in de jaren 60, waarop 7 vreemden elkaar ontmoetten. Het wordt een bloederige avond waarop de geheimen van de gasten één voor één aan het licht komen. Op het einde vallen alle stukjes bij elkaar en bereikt de climax zijn conclusie.
De aandachtige lezer ziet de link intussen al wel met The Hateful Eight, de western van Tarantino. Als we de twee naast elkaar leggen, kunnen we wel meer gelijkenissen zien. In beide films speelt de sfeer en soundtrack zo’n belangrijke rol dat je bijna kan spreken van een extra hoofdpersonage. Het verhaal wordt ook in verschillende hoofdstukken ingedeeld. Ze hebben allebei een belachelijk sterke cast samengesteld en de personages zijn al even kleurrijk. Waar Goddard echter wel de duimen moet leggen tegenover de grootmeester is in dialoog en diepgang.
Zelfs met zijn lange duurtijd had ik op het einde van de rit nog altijd het gevoel dat ik iets mistte. Bepaalde vragen krijgen bijvoorbeeld geen antwoord en niet alle personages zijn even goed uitgediept waardoor ze eigenlijk een beetje terugvallen op clichés. Er is een FBI-agent, een Motown-zangeres, een cult met charismatische leider en een Vietnam-veteraan met PTSD. Dat niet alle personages evenveel diepgang kunnen krijgen in dit soort film is logisch. Dat is tot op zekere hoogte ook het geval in The Hateful Eight maar daar heb je gelukkig nog de iconische monologen van de personages. Dit mis ik vrij hard in Bad Times at the El Royale.
De cast doet wonderen met het materiaal dat ze voor handen hebben. Jon Hamm, Jeff Bridges en Chris Hemsworth geven sterke performances zoals we intussen al wel gewend zijn van hen. Dé verrassing in deze film is Cynthia Erivo, die de soulzangeres Darlene Sweet vertolkt. Ze was een nobele onbekende voor me maar heeft me toch heel hard van mijn sokken geblazen met haar prachtige stem.
Wanneer ze haar stembanden gebruikt, neemt ze de hele scène over, een niet te ontkennen tour-de-force die alle aandacht opeist. Na het bekijken van de film heb ik moeten opzoeken of het wel degelijk haar stem is, wat gelukkig het geval is. Ik had doorheen die momenten meerdere keren kippenvel dus echt niets dan lof voor haar.
Ik heb lang zitten twijfelen over het cijfer dat ik moet plakken op deze film. Het tempo is vrij traag in het begin en er zat meer potentieel in maar ik heb me kostelijk geamuseerd. Alles hangt af van je verwachtingen en persoonlijke smaak. Ik zal deze aanraden aan mijn vrienden, ondanks de tekortkomingen. Bad times at the El Royale is als die ene kat waar je stiekem van vermoedt dat het een perverse psychopaat is maar waarvan je toch niet anders kan doen dan van houden. Of je het nu wilt of niet, ik zal hem toch in je gezicht duwen.