Laat ons even heel eerlijk zijn: Als Marc Wilmots het kan, dan kan ik het zeker. Uiteraard heb ik het over het managen van onze geliefde Rode Duivels. Wilmots nam onze jongens mee naar het WK 2014 in Brazilië (het eerste grote toernooi in járen) en het EK 2016 (de zoveelste ontgoocheling in járen). Aangezien ook Roberto Martínez niet het beste uit onze jongens weet te halen, heb ik besloten dat ik het gewoon beter zelf kan doen. En zo zal geschieden. De komende weken speel ik met België het WK, de voorbereiding ernaartoe en alles wat erbij komt kijken. Maak het je gemakkelijk en aanschouw mijn complete afgang in Football Manager 2018 op de Nintendo Switch.
Elke generatie heeft een moment waarvan het zegt ‘toen veranderde alles’. Het verdrag van Versailles, Wereldoorlog 1, Wereldoorlog 2, de landing op de Maan, de val van de Berlijnse Muur, de verkiezing van een Amerikaanse appelsien,… Op persoonlijk vlak is dat een diploma halen, een eerste job, een eerste kind,… Op voetbalvlak is dat de opkomst van de Lionel Messi’s en Cristiano Ronaldo’s van deze wereld: ze veranderen haast de regels van het spel en bewijzen dat ze zó goed zijn dat ze de geschiedenisboeken in zullen gaan.
Voor België zit er ook zo’n moment aan te komen: het WK 2018 in Rusland. Maak jezelf evenwel niks wijs, onze Duivels zullen er zeker niet gaan lopen met die felbegeerde trofee. Niet omdat ze niet goed genoeg zijn, maar wel omdat ik absoluut geen vertrouwen heb in die Spanjaard die liever aan de slag zou zijn in de Engelse Premier League. Gelukkig bestaat er zoiets als Football Manager en geeft het mij de kans om te bewijzen dat ik het al dan niet beter kan dan Martínez.
Football Manager, wat is dat?
Football Manager is een spel dat ik ondertussen 13 jaar speel. Noem het gerust mijn verslaving. Ik speelde het vroeger dagen, weken en maanden (heel het jaar door eigenlijk) op mijn PSP. Het ging dan om de mobiele variant die gebaseerd was op de hyperpopulaire Championship Manager van 2001/2002. Terwijl de pc-versie verder evolueerde en vandaag gigantisch uitgebreid en ingewikkeld is, bleef de mobiele versie steeds trouw aan de pick-up-and-play-factor. Deze versie bestaat nog steeds op iOS- en Android-smartphones en koop ik nog elk jaar opnieuw wanneer de jaarlijkse nieuwe versie verschijnt.
Vandaag heeft SI Games een spelvariant uitgebracht voor de Nintendo Switch. Ik had erop gehoopt en heb me zo voor het eerst sinds 2014 opnieuw op een uitgebreide FM-variant geworpen. Het blijkt echter veel moeilijker te zijn dan gedacht – ik ben de mobiele en veel beperktere versie gewoon die ik tegenwoordig nog steeds op mijn smartphone speel. Wat mij betreft, zijn alle ingrediënten aanwezig voor een goed verhaal: een spel dat mijn petje te boven gaat, een ego dat makkelijk een deuk oploopt en dat typerende Belgische ‘enfin, ik zou het zelf nog veel beter kunnen’ over voetbal. Met deze combinatie trek ik ten strijde op het grootste voetbaltoneel ter wereld: het WK 2018 in Rusland, gebracht vanop de Nintendo Switch.
Waar beginnen we?
In FM kan je twee kanten op: ofwel neem je een club onder handen, ofwel start je als manager van een nationaal elftal. Ofwel doe je allebei tesamen. Zoals ik al zei: je kan drie kanten op. Voor dit project kies ik België. Even twijfel ik nog om het Spaanse elftal te kiezen, aangezien ik toch echt wel graag de wereldbeker zou winnen, maar ik weet mezelf te bedwingen en kies toch maar voor België. Een woord is een woord, ik heb het mezelf aangedaan.
Het spel begint zoals steeds bij het begin van seizoen ‘17-’18, wat betekent dat er nog enkele kwalificatiewedstrijden moeten worden gespeeld/herhaald. Vanwege licentieredenen zijn alle voorgaande resultaten niet zomaar geïmporteerd uit de echte wereld, maar werden ze opnieuw gesimuleerd. Technisch gezien zou het bijvoorbeeld nog mogelijk zijn dat Nederland het WK haalt. Voor mijn poule maakt het niet uit: België is (net als in het echt) goed op weg om de kwalificatie af te dwingen. Aangezien deze kwalificaties niet het doel zijn van deze reeks, ga ik hier snel overheen.
Kwalificaties
Het verhaal begint uitstekend: Ik blijk de unanieme keuze te zijn van de voetbalbond (jawel, ze beschikken nog steeds over hun goede gevoel voor humor – bij nader inzien was het leuker geweest om van mijn avatar een vrouw te maken, deze af te printen en op te sturen naar hen; lachen!). Ik verdien 11.000 euro PER WEEK en begin mijn termijn als bondscoach dan ook met het uitkiezen van een leuke Aston Martin.
Ik doorloop snel de eerste schermen: aankomende wedstrijden, stafleden, spelers in de poule die beschikbaar zijn, spelers die in het eerste elftal zitten,… De conclusie: er moeten nog 4 wedstrijden gespeeld worden (tegen Cyprus, Gibraltar, Griekenland en Bosnië) en mijn voorganger heeft wat huisvuil achtergelaten. Mijn eerste taak is dan ook simpel: opkuisen. Mirallas en Pocognoli (serieus, Roberto?) buiten en Castagne komt erbij. Wie? Een jonge rechtsback die tot vorig jaar nog voor Genk speelde en dit jaar het mooie weer maakt bij Atalanta Bergamo. Ik vergeef het je als je nog nooit van hem hebt gehoord.
Ik roep nóg een verrassende naam op: Leon Bailey. De Jamaicaan die vandaag voor Leverkusen speelt (en het daar goed doet), speelde tot midden vorig seizoen eveneens voor Genk. Aangezien hij te boek staat als een wereldtalent, haal ik hem binnen en naturaliseer ik hem zo snel mogelijk. Zo deden we dat immers ook met Adnan Januzaj. We maken er een Belg van en roepen hem vervolgens nooit meer op. Hehehe. (Op het onderstaande beeld zal je zien dat ik Mirallas nog vergat te verwijderen, maar geen nood: dat komt nog wel.)
Hieronder vind je mijn tactische bemerkingen. Boeit tactiek in Football Manager je zo niet, dan volstaat het om de volgende afbeelding te bekijken om in een oogopslag te zien hoe we de wereld gaan veroveren.
Op het gebied van tactiek meen ik dat Roberto wel degelijk iets op het spoor was. We beschikken over allesbehalve goede backs, waardoor we creatief moeten zijn. Ik beslis verder te bouwen op de driemansverdediging die we vandaag gebruiken en er mijn eigen accenten aan toe te voegen. Het doel is simpel: goed voetbal met snelheid, lopende jongens en veel kansen. Ik erken (een beetje tegen mijn zin) dat Alderweireld nét dat tikkeltje beter is dan Vertonghen en maak van hem het hart van mijn verdediging. Als infiltrerende verdediger moet hij de lakens uitdelen met Vertonghen naast hem en aan de andere zijde Kompany (of, waarschijnlijker, elke andere verdediger die wél fit is).
Boven de verdediging kies ik voor een middenveld met vier spelers. Een verdedigende middenvelder genaamd Nainggolan die het veld zal komen opgelopen met een brede glimlach; hij krijgt de toestemming om voor elke wedstrijd zijn middenvinger op te steken terwijl hij een sigaret rookt en een pintje drinkt, op voorwaarde dat hij ‘Martínez loop naar de maan’ op zijn voorhoofd laat tatoeëren. Op de flanken staan een wide midfielder (want ik ken de Nederlandse benamingen niet) en een winger. Zij moeten zorgen dat onze flanken bezet zijn, oplossingen bieden aan het middenveld en zorgen voor zowel aanvallende als verdedigende impulsen. Ik meen dat ik hier eender wie kan zetten en op termijn is het de bedoeling dat hier Bailey en Mertens plaatsvatten. Maar weet ik veel, hé.
Bovenaan kies ik voor een aanvallende driehoek met Lukaku in de punt, voor Hazard (Fellaini staat er provisorisch aangezien Eden nog geblesseerd is) als schaduwspits en De Bruyne ernaast als creatieve brein. Het idee is dat Kevinneke het spel verdeelt terwijl Eden naar hartenlust kan aanvallen. Ik hou het simpel en geef naast spelersrollen geen aparte opdrachten mee – ik heb jaren geleden al geleerd dat je dit spel simpel moet houden, tenzij je zwaar onderuit wilt gaan – en geef in dezelfde filosofie slechts enkele, beperkte team instructions mee: expressief zijn (want Hazard en De Bruyne moét je gewoon hun vrijheid geven), spelen met een hoge verdedigingslinie en veel druk, aangezien bijna elke ploeg slechter is dan wij. Daar moeten we van profiteren om hen het voetballen te beletten.
Vervolgens vraagt mijn assistent – Graeme Jones, de chouchou van Roberto heb ik buitengejost en vervangen door Eddy Van Den Berghe (wie? Inderdaad) mij wie ik wil aanduiden als kapitein en vice-kapitein. Hazard? Nee, want die is geen leider. Kompany? Die vind ik net iets te veel noten op zijn zang hebben. Bovendien vind ik het een pluspunt als de kapitein ook af en toe op het veld kan staan. Het wordt mijn copain Jan Vertonghen! Een natuurlijke leider, met bakken ervaring én de huidige recordhouder qua aantal caps. Proficiat! Van Radja Nainggolan maak ik de vice-kapitein: hij kan het en het is een mooie, persoonlijke middenvinger naar Marc Wilmots. Eveneens proficiat!
Dan is het eindelijk zover. De eerste wedstrijd, op verplaatsing tegen Cyprus. Een kleine tegenstander, ideaal om meteen alle remmen los te gooien en wat vertrouwen op te bouwen met het oog op de volgende interlandperiode tegen Griekenland en Bosnië: zij zijn mijn echte concurrenten in deze groep. We hebben tot dusver alles gewonnen, maar we zijn MATHEMATISCH nog niet helemaal zeker van het WK. Een mooie zege tegen Cyprus brengt ons al een hele stap dichter.
Vol goede moed beginnen mijn jongens aan de match. In de negende minuut gaat het echter al mis. Een Cyprioot krijgt veel ruimte op de flank van Vermaelen (die rechts staat, tegen zijn voet, oeps) en die vindt centraal aansluiting met zijn spitsbroeder. 1-0. “Geen erg,” denk ik, “kan gebeuren. We hebben nog 80 minuten om er zelf nog 4 te scoren.” Tot het 5 minuten later plots 2-0 staat. Vertonghen en co staan te slapen terwijl dezelfde flankspeler opnieuw een voorzet centraal brengt. Iets na het halfuur is het hek helemaal van de dam: de bal rolt centraal voorbij mijn middenveld, een Cyprioot holt erachter, de verdediging kijkt ernaar en Courtois is geklopt: 3-0.
Ik herinner me weer alle momenten van frustratie en verbittering vier jaar geleden, toen ik ook al ondervond hoe moeilijk dit spel kan zijn. Tegen een voetbaldwerg gaan we uiteindelijk schaamtevol ten onder. Uit het wedstrijdverslag blijkt dat we 41(!) schoten bij elkaar voetbalden. Helaas waren er daarvan slechts 5 binnen het doelkader, wat zich weerpsiegelde in het aantal highlights dat ik te zien kreeg tijdens de wedstrijd; telkens er een beloftevolle kans aankomt, krijg je een ‘live-beeld’ te zien. Ik kreeg er voor mijn ploeg welgeteld 3. 3 echte kansen tegen Cyprus. Moet ik maar meteen mijn ontslag indienen?
Ik laat het hoofd even hangen en laat de nederlaag bezinken. 3-0. Hallelujah. Van het weinige dat ik zag, merkte ik wel dat het probleem duidelijk bij de verdediging lag: mijn flankspelers staan te hoog, waardoor het voorin dringen was om aan te vallen, zodat ze bijna over elkaar struikelden omdat ze elkaar in de weg liepen. Achteraan ontbrak het daardoor aan mankracht en werd mijn verdediging al te makkelijk uit verband gespeeld. Ik besef dat ik moet ingrijpen en doe dat door mijn flankspelers een rij naar beneden te trekken.
Oke, we beschikken nog steeds over ondermaatse flankspelers, maar welke keus heb ik? Als ik mijn driehoek voorin – van absolute wereldklasse overigens! – wil laten renderen, moet ik ìets proberen. Ik maak van hen complete wing-backs: flankverdedigers die de flanken moeten afdweilen en naast verdedigend werk ook voorin actief moeten zijn. Ik volg enkele tactische FM-genieën online (Cleon is er eentje die ingewijden misschien wel kennen) en ik zag het bij hem: in deze rol zijn ze zowel in staat om achterin mee te draaien als om voorin paniek te zaaien. Met deze opstelling komt het gevaar nog meer van overal, terwijl het geen overrompeling meer zal zijn.
De volgende wedstrijd tegen Gibraltar zal geen duidelijke waardemeter zijn van het succes van mijn tactische aanpassingen, maar het zal wel een indicatie geven. Doe je het gematigd goed tegen een kleine tegenstander, dan ga je onderuit tegen de grote jongens. Doe je het erg goed tegen de dwergen, dan weet je dat je op de goede weg bent. Romelu Lukaku (ook hij kreeg een nieuwe rol toebedeeld, namelijk die van target man) wijst ons de weg. Hij scoort maar liefst 5 keer. Eddy, mijn assistent, informeert me nadien dat dit een record is voor een kwalificatiewedstrijd. Eddy is overigens een degelijke assistent, maar zijn koffieskills kunnen nog wat verfijning gebruiken.
We sluiten de wedstrijd af met een droge 0-9. Oké, thuis wonnen de Belgen in real life ook met 9-0, maar op verplaatsing deden ze dat met ‘slechts’ 0-6. Met andere woorden: mijn eerste (kleine) overwinning op Roberto Martínez. We zorgen opnieuw voor een overweldigende 33 schoten, maar dit keer belanden er 15 binnen het doelkader. Dat is bijna de helft, terwijl het gemiddelde in de echte wereld ligt op ongeveer 34% – zo heb ik me laten vertellen. Mooi dus, en hopelijk zijn we hiermee op de goede weg.
Een maand later kijken we thuis Griekenland in de ogen – de enige wedstrijd die ik thuis mag afwerken in de kwalificaties. We maken er kort werk van. Mijn nieuwe tactiek levert ons een hoopgevende 4-0-overwinning op. Een goed resultaat tegen een niet-te-onderschatten tegenstander. Fijn, hé? En weet je nog Castagne? Die blijkt een absolute meerwaarde te zijn. Als aanvallende wing-back zorgt hij voor constant gevaar. Hij lijkt het goed te kunnen vinden met Lukaku want hij was ook tegen Gibraltar goed voor enkele assists. Er zit toekomst in die jongen. (Bailey is ondertussen een ‘echte’ Belg geworden, maar speelde na die flop tegen Cyprus voorlopig geen minuut meer. Sorry, not sorry.)
Ander en beter
De kwalificatie is ondertussen binnen. Ik heb schrik dat dit kleine succesje zal zorgen voor decompressie bij mijn jongens tegen Bosnië, onze laatste kwalificatietegenstander. Ik roteer een beetje, deels gedwongen door blessures, en ga met lichtjes knikkende knieën de wedstrijd in. Iedereen doet nog altijd lichtzinnig over Bosnië, maar met jongens als Dzeko en Pjanic in hun rangen, knijp ik de billen toch wat strakker toe.
Onnodig zo blijkt: we eindigen dan wel op slechts 0-1, dankzij opnieuw een kopbaldoelpunt van Lukaku op aangeven van Castagne, maar we waren de hele tijd de betere ploeg. We kwamen nooit in de problemen, zoals ook blijkt uit de statistieken. Alleen het balbezit zou iets beter mogen, maar: balbezit alleen is nooit genoeg om een wedstrijd te winnen. Laat Pep maar zaniken, wij weten beter.
En zo gaat België dus naar het WK. We verloren maar één keer onder mijn frisse bewind. Toegegeven, het is één keer te veel, maar we kijken met vertrouwen de toekomst tegemoet. De volgende interlandperiode staan er twee vriendschappelijke wedstrijden gepland tegen Engeland: eentje bij hen en eentje thuis. Je hebt je ticket toch al gekocht?
Lees ook deel 2.