In Stof wordt de klimaatcrisis op pijnlijke en angstaanjagende wijze aangekaart. Als het eigenlijk al te laat is, hoe ver wil je dan nog gaan om de mensheid te redden?
Simon James was ooit gelukkig. Heel gelukkig zelfs. En ooit, dat was zelfs niet zo lang geleden. Een luttele drie weken. Hij had een toffe job als schrijnwerker waarbij hij dagelijks met zijn handen kon werken, een vrouw die hem als geen ander begreep en een perfect zoontje. Maar toen raasde een giftige stofwolk over de wereld. Hij bleef alleen achter. Er zijn nog overlevenden, maar zonder elektriciteit of niet-vervuilde lucht zijn zij ook ten dode opgeschreven. Of toch niet?
Net wanneer hij zich erbij neergelegd heeft dat het einde gekomen is, wordt hij uit zijn huis gehaald. Hij krijgt een dilemma voorgeschoteld: overleven samen met een onbekende vrouw in een verwoeste wereld om de mensheid te redden, of zijn gezin achterna gaan in het hiernamaals. Maar hij komt er al snel achter dat hij misschien helemaal geen keuze heeft…
Hoofdpersonage Simon is echt een doorsnee man van de middenklasse. Een herkenbare figuur voor zo goed als iedereen onder ons. Dat probeert hij de mensen die hem meenemen ook de hele tijd bewust van te maken. Maar hij heeft wel degelijk een meerwaarde. Daardoor benadrukt schrijfster Joanne Carlton wel goed dat je niet altijd een superheld of superbrein moet zijn om het verschil te kunnen maken. Simon is in het begin wel een beetje overdreven in zijn woede. Ik heb het woord ‘klootzak’ of ‘hufter’ wellicht nog nooit zo veel gelezen op een paar hoofdstukken tijd. Maar hoewel het centrale verhaal slechts enkele dagen duurt, is er wel ruimte voor hem om te groeien.
Dystopiëen blijven een geliefd genre, ook nadat het kijkende en lezende publiek misschien een beetje verzadigd was door de populariteit van The Hunger Games, The Maze Runner en co. Schrijven over een wereld die nog slechter is dan de wereld waarin we vandaag leven heeft misschien iets relativerends. Maar een dystopie is ook een manier om problemen van vandaag aan te kaarten en ons ervoor te waarschuwen.
Zelfs in 2019, een van de warmste jaren ooit, geloven sommigen nog niet dat klimaatopwarming echt is. Joanne Carlton maakt het heel zichtbaar en beangstigend door de wereld onder stof te leggen. De wereld ligt volledig stil, want het stof is overal. Geen enkel elektrisch toestel werkt nog. Mensen worden ziek en sterven op straat, waar ze al snel verdwijnen onder de laag stof. Overlevenden die er nog vroeg genoeg bij waren, konden hun huis nog net verzegelen en leven opgesloten. Maar ook dat kan niet blijven duren. Er komt een tweede stofwolk aan die ook de laatste overlevenden zal bereiken, hoe goed ze ook opgesloten zitten. De lucht zal amper nog zuurstof bevatten, en iedereen zal stikken.
Als je dat vreselijke lot te wachten staat, lijkt de beslissing waar Simon voor staat misschien niet echt een dilemma. Is het, ondanks alles, niet het instinct van een mens om te overleven? Maar hoe meer onthuld wordt van de wereld waarin Simon leefde, hoe meer je begrijpt dat hij naar een definitief einde verlangt. Zijn gezin was zijn alles, en de buitenwereld is letterlijk een woestenij geworden. Waarom wordt hij dan toch weggehaald bij hem thuis? Wat heeft net hij bieden bij het einde van de wereld? En aan wie? De opzet roept meteen genoeg vragen op om vanaf het begin geïntrigeerd te zijn. Doorheen het boek worden zowel ethische, emotionele, politieke als technologische vraagstukken besproken.
Stof is bovendien opgezet in verschillende tijdsperiodes. Er wordt afgeteld naar de tweede stofwolk (het einde van de wereld), en daarin speelt zich het centrale dilemma en de gebeurtenissen die daaruit voortkomen af. Daarnaast zijn er ook flashbacks naar vroeger, zowel na de eerste stofwolk als veel vroeger, toen alles nog goed was. Ondanks dat er geen lang, ingewikkeld plot is, blijft het boek daardoor spannend. Een dergelijke apocalyps, daar willen we een verklaring voor. En die krijgen we, gaandeweg, zelfs tot helemaal op het einde. Carlton stopt er ook nog een paar organische, oprecht verrassende wendingen in.