Het is intussen 7 jaar geleden dat een psychopaat het in zijn hoofd haalde om jongeren neer te schieten op het Noorse eiland Utøya. Dit jaar komen er twee films uit over de tragedie. De film van Paul Greengrass, 22 July, is te zien op Netflix maar Geekster ging op Film Fest Gent kijken naar Utøya 22. juli van de Noor Erik Poppe. Een stomp in de maag, anders kan je deze film niet omschrijven.
Open wonde
Het lijkt misschien luguber om een film te maken over een terroristische aanval, maar de makers hadden een duidelijk doel voor ogen met Utøya: ze wilden meer aandacht en begrip opwekken voor de overlevenden maar zonder het overdreven te dramatiseren. Ook wilden ze waarschuwen voor de gevaren van extreemrechts. Dat is ook precies wat de regisseur maar vooral de scenarioschrijvers Anna Bache-Wiig en Rajendram Eliassen voor elkaar hebben gekregen. Dat bewijst ook hun nominatie voor de Gouden Beer op het Filmfestival van Berlijn.
De film opent met echte camerabeelden van de bomaanslag op de gebouwen van de Noorse regering, die dezelfde ochtend van 22 juli plaatsvond. Meteen daarna krijgen we een beeld van een rustig bos met in de verte wat tenten. Opeens komt een meisje in beeld dat zegt, “Je zal het nooit begrijpen.” Dat telt wel als openingsscène. Uiteindelijk blijkt dat ze met haar moeder aan het bellen was, maar de makers hebben je aandacht meteen beet. Het meisje, Kaja (Andrea Berntzen), is het hoofdpersonage. De camera blijft dan ook constant op haar gericht. Ze is samen met haar zus Emilie op het zomerkamp van de Noorse arbeiderspartij.
Kaja en haar vrienden hebben net het nieuws van de aanslag vernomen en een aantal zijn bezorgd over hun ouders die voor de regering werken. Wanneer Emilie met een joelend groepje terugkomt van een zwempartij, is Kaja dan ook niet zo opgezet met de onverschillige houding van haar zusje. Emilie snapt niet waar haar zus zich druk over maakt en Kaja laat Emilie dan maar mokkend achter in haar tent. Onderweg terug naar haar vrienden leert Kaja Magnus kennen. Het groepje praat wat over de aanslag van die morgen en wie de dader zou kunnen zijn. Van IS was toen nog geen sprake, dus wordt Al Qaida al vlug aangehaald. Een eerste lastig moment komt er wanneer Issa hoopt dat het niet weer moslims zijn.
Opeens horen we doffe klappen in de verte. Eerst zijn ze nauwelijks op te merken tussen het gepraat maar langzaamaan worden ze luider en komen er mensen in paniek aangelopen. Die paniek verspreidt zich en al snel rennen alle jongeren voor hun leven. Kaja rent het hoofdgebouw binnen samen met tientallen anderen, waar ze langzaam de schutter dichterbij horen komen. Ze beseft dat Emilie er niet is en de rest van de film volgen we haar bij de zoektocht naar haar zus.
Feit en fictie
De makers hadden gelukkig door dat het te pijnlijk zou zijn om de namen en belevenissen van echte mensen te gebruiken. Daarom is wat Kaja en de andere personages doormaken een mengeling van de verhalen van echte overlevenden. De acteurs zijn bij ons ook niet gekend en zien eruit als normale tieners. De manier waarop ze acteren is ook zo natuurlijk dat je nooit het gevoel krijgt dat dit maar opgezet spel is. Dat klinkt misschien raar, want je weet dat het een film is, maar het mag nooit zo lijken, want dat zou het thema geen eer aandoen. Vanaf het eerste moment voel je mee met de angst die de jongeren voelen. Vooral Andrea Berntzen, die Kaja speelt, levert hartverscheurend werk, wat niet evident is aangezien ze elke seconde te zien is.
Dat meevoelen wordt nog versterkt door de stijl waarin het allemaal in beeld gebracht wordt. De regisseur koos namelijk om de hele film in één take op te nemen. En geen “valse” take met onzichtbare cuts, zoals bijvoorbeeld bij Birdman het geval was, maar een echte doorlopende take. De hele film werd een paar keer opgenomen en daaruit koos Poppe dan de beste versie. Het filmen zelf gebeurde handheld, en probeert soms het standpunt van Kaja na te bootsen. Zo ligt de camera mee op de grond of valt hij heel plots wanneer ze uit angst wegduikt. De film duurt anderhalf uur, daarvan zijn 72 minuten de aanslag zelf. Zo lang heeft de eigenlijke aanslag ook echt geduurd, waardoor je aan het einde van de film maar al te goed beseft hoe lang de overlevenden doodsangsten hebben uitgestaan.
Verder is er ook geen muziek. Hierdoor hoor je dus zowel de oorverdovende schoten als de bange stiltes. Al de technische elementen zorgen ervoor dat je bijna als personage mee de film beleeft. Dat zorgt voor een confronterende, zenuwslopende ervaring. Je leeft zo hard mee dat je de personages bijna aanspoort om geen geluiden te maken of je jezelf voelt opspannen wanneer Kaja haar schuilplaats weer verlaat. De beelden die het publiek te zien krijgt, zijn niet overdreven gruwelijk door de doden veel en expliciet te tonen, maar het is bij momenten toch hard om te zien.
Meer dan een film
In tegenstelling tot de Utøya-film van Paul Greengrass kiest regisseur Erik Poppe er met zijn schrijvers voor om de terrorist amper in beeld te brengen. Breivik is maar een paar keer een schim in de verte, en dat is de juiste keuze. Door hem en zijn beweegredenen of voorbereiding niet te tonen blijft de focus op wat zijn onschuldige slachtoffers meemaakten. En dat was ook net het doel van de filmmakers, hij had destijds al genoeg een platform gekregen.
Toch krijg je enkele dingen duidelijk mee aan het einde van de film. Zo zijn er vragen rond het late optreden van de hulpdiensten, die veel moeite hadden om het eiland te bereiken. De film maakt duidelijk hoe lang de jongeren op hulp moeten wachten en het lijkt wel een eeuwigheid. En dat terwijl Utøya nu toch ook niet zo ver van het vasteland lag.
De grootste boodschap die het publiek uit deze film moet halen, is het gevaar en de gevolgen van extreemrechts. Breivik was tegen de immigratiepolitiek van de Noorse arbeiderspartij, die toen in de regering zat. Deze visie wint alsmaar meer aanhang in Europa, zoals ook bij onze verkiezingen te zien was. Als er nog meer mensen komen die rotsvast geloven dat zij gelijk hebben en daar ook naar handelen, kunnen we nog meer tragedies als deze verwachten. Vaak hebben extremisten van elke overtuiging een gebrek aan empathie. Deze film zou hen hopelijk aan het denken zetten. Hij zou ook vertoond moeten worden aan jongeren. De film kan mensen de ogen openen en hen met de neus op de feiten drukken.
De combinatie van alle elementen in de film (de filmstijl, de acteurs, het onderwerp, de grotere thema’s) zorgen voor een zenuwslopende en aangrijpende recreatie van een terroristische aanslag. Je moet al redelijk gevoelloos zijn om hier niet stil van te worden. Ik heb dan ook een bioscooppubliek nog nooit zo stil geweten als toen de credits van deze film rolden. En als het ook maar een iemand kritisch naar zijn eigen visies doet kijken, heeft deze film zijn doel bereikt.
Utøya 22. juli speelt vanaf 5 december in de zalen.