Adil El Arbi en Bilall Fallah, hét regisseursduo uit Vlaanderen van dit moment, trekken met Patser naar het Antwerpse Kiel. Verwacht Gucci-petten, drarries en heel wat floes. Al overtuigt het patsergedrag niet helemaal.
Patser is film nummer drie van Adil en Bilall en dat merk je. Vier jongeren van 2020, ook wel gekend als ‘t Kiel van Antwerpen, dromen van een leven als echte patser met snelle auto’s en veel geld. Wanneer de kans zich aandient om een cocaïnehandel te beginnen in de stad van het witte poeder, Antwerpen, is de keuze snel gemaakt. Dat die kans een ware drugsoorlog ontketent, is een gevolg waar de jongeren niet op hadden gerekend.
In essentie is Patser een simpele gangsterfilm, niet meer en niet minder. Verwacht geen vernieuwing van het genre en dat is oké. Niet elke film kan revolutionair zijn binnen zijn categorie. Voor het verhaal trommelde Adil en Bilall Matteo Simoni op, werden heel wat dure patserwagens ingehuurd en wordt er regelmatig geknipoogd naar Hollywood. De ambitie bij Adil en Bilall is er duidelijk om van Patser een hit te maken.
Maar het is die ambitie die de film net parten speelt. Het regisseursduo weet hoe ze een verhaal moeten vertellen. Dat bewezen ze in het verleden immers al met Black. Het is de ambitie om visueel spectaculair te zijn die het verhaal naar achteren duwt. Verhaallijnen blijven te hard op de oppervlakte (weet iemand wat Volt en Junes nog doen buiten coke snuiven en dansen?) en stukken die voor een versnelling hoger kunnen zorgen in het verhaal blijven onbenut. In de plaats daarvan krijgen we een occasionele flashback voor wat meer achtergrond en de visuele nitroknop om het verhaal vooruit te duwen.
Een gemiste kans, want de personages van Matteo Simoni, Nora Gharib, Saïd Boumazoughe en Junes Lazaar verdienen genoeg diepgang omwille van hun verhaal. Een drugsoorlog ontketen je niet zomaar, maar de beweegredenen van de personages blijven te vaak te vaag. Toch alle lof voor Matteo Simoni, die wannabe patser Adamo perfect weet neer te zetten, inclusief sappig Antwerps accent. Ook nieuweling Nora Gharib weet een geloofwaardig personage neer te zetten, maar de rest krijgt gewoon te weinig aandacht om sterk over te komen.
Het is duidelijk dat Patser bedoeld is om verder door te breken in Hollywood, getuige daarvan de manier waarop alles wordt uitvergroot in het verhaal alsof Hollywood er zelf voor iets tussenzit. Maar less is more had hier een betere aanpak geweest. De blingbling is allemaal leuk en mooi, maar draagt zelden bij tot echt een beter verhaal. Antwerpen doet dienst als een echte Amerikaanse gangstermetropool en kan die naam ook perfect waarmaken zonder visuele trucjes.
Patser had het grote wapenfeit moeten worden voor Adil en Bilall om te tonen dat ze hun beloftes waar kunnen maken, maar ze slagen er niet in. De film voelt eerder als een verdere evolutie van het regisseursduo dan een culminatie van al hun vorig werk. Er zitten echt goede momenten in, zoals het einde dat je plotsklaps even scherp stelt als een lijn coke, maar het volledige plaatje overtuigt niet genoeg. Adil en Bilall gaan het maken, maar ze moeten eerst leren stappen alvorens ze willen lopen. En dat bedoelen we niet op de Nederlandse manier.