De sneeuw smelt en het ergste lijkt achter de rug. Er rest Johan en Allis nu slechts een rechte lijn naar Camelot af te leggen. De opdracht is echter nog niet volbracht en waakzaamheid blijft geboden. Wie waakt, slaapt niet.
Schrijver: Marc Legendre
Tekenaar: Fabio Bono
Uitgever: Standaard Uitgeverij
Aantal pagina’s: 32
Winkelprijs: € 5,99
Verschijningsdatum: 7 februari 2018
Na de geleden beproevingen in de besneeuwde bergen, bereiken de Rode Ridder en de Uitverkorene lieflijker terrein. Op de groene heuvels onderweg naar Camelot komen ze twee oude bekenden tegen: een balorige bok, met daaraan vastgebonden… Malfrat de Wrange, die er al wel eens beter aan toe is geweest. Onvermijdelijk komt het tot een treffen tussen de rabauw en de ridder, met de uitverkorene als inzet.
Intussen rijden ook de tafelridders Lancelot en Mordred hun vriend ter hulp, maar ook dat brengt de nodige complicaties voor de opdracht met zich mee. Mordred heeft immers z’n eigen mening over machtsverhoudingen aan het hof van de koning en ook de motieven van Merlijn zijn niet wat ze lijken: wat betekent Allis werkelijk voor de oude tovenaar, en hoe kende hij haar grootmoeder Aibell?
Dat is helaas maar een van de vragen waarmee we aan het einde van deze cyclus blijven zitten. Want wat voert Mordred echt in z’n schild? Welke rol speelt de hellevorst Bahaal in dit alles? Waar is koning Arthur? Het mag duidelijk zijn dat je de Uitverkorene-cyclus niet moet willen lezen als een op zichzelf staand epos, maar eerder als een nieuw beginpunt van de reeks nu ze in handen is van Legendre en Bono. Bovenal is dit het verhaal van Johan, die als een gebroken man uit de kruistochten komt, maar langzaamaan zijn depressie overwint en dankzij Allis zijn geloof in het ridderschap hersteld ziet.
Deze cyclus lijkt ook de toon aan te geven die de reeks vanaf nu gaat hanteren. Johan is niet langer de Sword and Sorcery-held die mythologische monsters bevecht of aanpapt met bovennatuurlijke deernes. Hoewel personages als Merlijn, Bahaal en Aibell nog steeds een zekere mystiek in het verhaal binnensmokkelen, blijven deze avonturen doorgaans heel erg gegrond en realistisch. Volks bijgeloof en verdrukkers zijn immers even effectieve tegenstanders als krankzinnige magiërs of helse demonen en de strijd die Johan in deze cyclus moest leveren met een enorme haai en een uit de kluiten gewassen bok, was niet minder heftig dan zijn gevecht met de monsterman, Medusa of Gorgonia. Meer dan ooit is de Rode Ridder een menselijke held van vlees en bloed, niet van onkreukbaar marmer.
Het vakmanschap van de Italiaanse tekenaar Fabio Bono en zijn inkleurder Dimitri Fogolin is een meerwaarde voor De Rode Ridder en draagt onbetwistbaar bij tot de vernieuwde interesse in de reeks. De stijl is een merkbare verbetering op het werk van Claus Scholz. Bono heeft een herkenbare eigen stijl die, toegegeven, wat anders is dan wat de trouwe Rode Ridder-lezers gewoon zijn. Maar ook zij zullen er op een dag vrede mee moeten nemen dat Willy Vandersteen en Karel Biddeloo helaas niet meer onder ons zijn. Hun kunnen evenaren is geen evidente opdracht. Maar een stripicoon als de Rode Ridder is te waardevol om in de vergetelheid te laten geraken. Gelukkig loopt hij dat risico in de bekwame handen van Legendre en Bono allerminst.
Benieuwd naar onze mening over de andere delen van de Uitverkorene-cyclus? Lees dan ook: