Blijf op de hoogte
Geekster nieuwsbrief

Inschrijven

Maak kennis met De opkomst en ondergang van het keizerrijk Trigië

Eind maart 2020 verschijnt er bij Uitgeverij L een eerste integrale van de reeks Trigië. Of beter gezegd: De opkomst en ondergang van het keizerrijk Trigië. Een cultstrip die met name in Nederland een grote schare lezers had. Het zou zomaar kunnen dat deze integraal de laatste herdruk zal zijn voor een lange tijd. Daarom is het tijd voor een kennismaking.

Trigië of hoe het begon

Trigië is een creatie van de schrijver Mike Butterworth en tekenaar Don Lawrence. De strip begon in 1965 in het blad Ranger, een tijdschrift van uitgeverij Fleetway. Die uitgeverij ging op in Look and Learn, een educatief blad voor de jeugd waarin ook een kleine stripsectie was verwerkt.

In de jaren dertig van de twintigste eeuw stort er een ruimteschip neer in Florida. In dit schip vindt men de lijken van een aantal mannen van bijna vier meter groot. Er is ook veel onbekende apparatuur aanwezig en enkele boeken met een onleesbaar schrift. Het is een schok voor de wereld om te beseffen dat men niet alleen is in het uitgestrekte heelal. Een wetenschapper gaat aan de slag met de boeken en weet tientallen jaren later het schrift te ontcijferen. De boeken bevatten de opgetekende geschiedenis van het keizerrijk Trigië.

Trigië pagina
© Uitgeverij L

Trigië speelt zich af op de planeet Elekton. Om precies te zijn op het continent Victris. Op dit werelddeel bevinden zich vijf landen genaamd Cato, Daveli, Loka, Tharv en Vorg. Deze lijst is van belang om het verhaal te kunnen volgen. Deze landen hebben ieder een bepaalde mate van ontwikkeling bereikt. Het machtigste en meest geavanceerde land is Loka. Zij hebben het plan opgevat om Elekton te veroveren. Loka loopt het nabijgelegen Tharv redelijk gemakkelijk onder de voet.

Ondertussen gaat de aandacht vooral uit naar de vlaktes van Vorg. Het volk van Vorg bestaat uit nomadische stammen die worden geleid door drie broers. Een van hen, Trigo, werpt zich op als een natuurlijk leider die een bepaalde rol zal spelen in de strijd tegen Loka. Hiermee is de eerste stap naar de oprichting van het keizerrijk Trigië gezet.

Don Lawrence als smaakmaker

De voorbije dertig jaar hebben vooral de schrijvers uit het Verenigd Koninkrijk een uitstekende naam opgebouwd. Wat veel mensen vergeten, is dat er ook een traditie is van zeer getalenteerde illustratoren met een talent waarmee ze ruimschoots kunnen concurreren met hun vakbroerders van het continent.

Het tekenwerk van Trigië werd verzorgd door Don Lawrence. Lawrence had de kunstacademie doorlopen en wist wat hij kon doen met een penseel. Zijn geluk was dat de stripsectie in Look and Learn in kleur werd gedrukt. In de eerste paar jaar werkte hij nog met ecoline. Zodra Lawrence de vrije hand kreeg, stapte hij over op gouache (plakkaatverf) en is hij vertrokken. Zijn pagina’s zien er uit als olieverfschilderijen. En dat sloeg aan bij de lezers.

De Nederlandse connectie

In Nederland neemt het beeldverhaal in de jaren zestig een vlucht. De tekenaars van het eerste uur worden nog gehinderd door een veto van het Ministerie van Onderwijs waarin werd gesteld dat tekstballonnetjes slecht waren voor de taalontwikkeling. Hierdoor kregen waren oer-Nederlandse strips als Erik de Noorman en Heer Bommel & Tom Poes tekststrips. Het Nederlandse beeldverhaal kwam hierdoor, ondanks de behoorlijke kwaliteiten van de tekenaars, moeilijker uit de verf. Al helemaal toen de import vanuit België begon. Stripbladen als Robbedoes en Kuifje lieten een grotere variatie aan strips zien die beter aansloten bij de belevingswereld van de jeugd.

Trigië Rebellion Cover
©Rebellion

Dat wilde men in Nederland ook. Men begon bij onze noorderburen met het publiceren van stripbladen zoals bijvoorbeeld Sjors. Er werd veel materiaal uit het buitenland geïmporteerd en hierbij werd vooral gekeken naar Engeland. Sjors werd deels gevuld met oer-Engelse titels zoals Billie Turf, Archie, de man van staal en… Trigië. Het tekenwerk van deze strip zorgde ook bij de Nederlandse lezers voor ontzag.

Toen Sjors overging in Pep en later Eppo was Trigië een van de strips die meeging. Er ontstond langzaam maar zeker een echte stripcultuur in Nederland met festivals, fans en meer. Fanatiek gingen de Nederlandse redacteuren op zoek naar de mysterieuze tekenaar achter Trigië en ze hadden uiteindelijk beet. In 1976 troffen ze hem aan op een stripfestival in Londen en overlaadden hem met complimenten.  En de Nederlanders waren niet alleen.

Lawrence begreep dat zijn werk goed werd verkocht buiten Engeland. Maar dat zag hij niet terug in zijn gage. In die jaren was het zo dat Engelse strips redelijk anoniem werden gemaakt. De uitgever was niet van plan om hem een cent opslag te geven waarop de tekenaar vertrok. Trigië ging door, maar zou het vertrek van de Don niet meer te boven komen. In 1982 verscheen de laatste aflevering van Trigië.

Waarom de Trigië integraal?

Het is voor nieuwe lezers of lezers met spijt een ideale gelegenheid om meteen een flinke hap Trigië tot je te nemen. Uitgeverij L geeft alle verhalen uit die getekend zijn door Don Lawrence in zeven integrale bundels aangevuld met dossiers. In Engeland heeft Rebellion de rechten van deze reeks gekocht en ook zij geven integralen uit. Zij zullen àlle verhalen van Trigië uitgeven. Dus ook de verhalen van andere tekenaars en schrijvers.

Waarom zou je dan kiezen voor de Nederlandse bundels? Lawrence is met afstand de beste tekenaar. Het is voor de liefhebber smullen om te zien hoe hij met sprongen vooruitgaat. Een andere reden is dat de verhalen verder amusant zijn. Toch zit er ook een educatief randje aan en zijn ze duidelijk gemaakt voor een jong publiek. Als je interessante worldbuilding wilt zien, dan is een reeks als DMZ bijvoorbeeld vele malen interessanter dan deze strip.

Daarom ligt het in de lijn der verwachtingen dat dit voorlopig weleens de laatste keer kan zijn dat deze strip verschijnt. Het is erg van zijn tijd. Het tekenwerk is tijdloos.

Beluister ook onze podcast over deze reeks.

Total
0
Shares
Een reactie achterlaten
Gerelateerde artikels