Ragebol Integrale review: dromerige trip

Even een disclaimer aan het begin van deze bespreking van Ragebol: De integrale. Het is allesbehalve overdreven om te stellen dat ik 30 jaar gewacht heb op dit boekwerk. Het moet ergens eind jaren tachtig geweest zijn toen de cover van het Ragebol-album: De nacht van de kat voorbij kwam in de reclamesectie van het Kuifje Weekblad. De combinatie van de tekst en de bijhorende cover zorgde voor een onvervuld verlangen in mijn lezershartje.

Schrijver: Bom
Tekenaar: Frank Pé
Uitgever: Dupuis
Aantal pagina’s: 272
Prijs: €45
Verschijningsdatum: 19 juni 2019

In 2019 kan ik dan eindelijk de integrale in mijn armen sluiten waar al dat lekkers in zal staan plus natuurlijk een beetje meer. Ragebol zal nooit aan de verwachtingen kunnen voldoen die na 30 jaar zijn ontstaan. Dat hoeft ook niet.

Wie is Ragebol?

Het figuur Ragebol begon eind jaren zeventig als een soort gids voor de natuurrubriek in het weekblad Robbedoes. Aanvankelijk was het vooral een manier voor tekenaar Frank Pé om allerlei dieren te tekenen. Het was na een ontmoeting met de scenarist Bom dat Pé begreep dat er meer uit het figuur was te halen. Bom is overigens vooral bekend van de karrenvrachten aan scenario’s voor uitgeverij Lombard. Gil Sinclair, Chlorophyl en de immens populaire meidenstrip Julie, Klaartje & Cecile zijn voorbeelden uit zijn zeer productieve carrière.

En toch wijkt Ragebol af van deze strips. In de jaren tachtig krijgt hij een eigen reeks. Wat opvalt is dat er niet gekozen wordt voor het avontuur. Oké, er is wel sprake van een plotje. In De nacht van de kat gaat Ragebol bijvoorbeeld op zoek naar zijn kat. Ragebol is meer een ervaring.

Meditatie

Strips zijn uniek in de zin van de directe verbinding die je aangaat met de makers. Via hun werk maak je, als in een meditatie, verbinding met de fantasie van de makers. Doen ze hun werk goed, dan word je een met hun creatie en onderga je als lezer een transformatie. Bom & Frank Pé slagen met vlag en wimpel.

Je reist mee in het hoofd van Ragebol waardoor elke ontmoeting iets magisch krijgt. Het tekenwerk doet de rest. In het eerste album oogt het werk nog als dat van de doorsnee Dupuis-tekenaar. Bolle neusjes, grote oogjes, etc. Daarna maakt het een kwaliteitssprong. Ragebol en zijn vriendin ogen als mensen van vlees en bloed. Elke lijn heeft zijn eigen gewicht. De lichaamstaal maakt het af. En dan de decors. Je wordt binnengezogen in het Brussel van 1988. In andere albums waan je jezelf in Japan of Burundi. Een vakantie kan niet veel echter aanvoelen.

Deze integrale uitgave bevat alle vijf de albums. Het enige minpunt is het laatste album Een Faun op je schouder. Dat verhaal is nogal, euh, onevenwichtig.

Het is een prijzige aankoop. Maar deze Ragebol integraal is elke euro waard. Deze strip is kunst.